In 1945 verraadde de jonge jurist Johan van Lom topmensen van het Nederlandse verzet. Deed hij het om zijn minnares te bevrijden? ‘Het is een treurig, ellendig, maar ook fascinerend verhaal.’

Langzaam gleed het levenloze lichaam in het donkere water van de Keizersgracht. Een groepje mannen dat even eerder vanuit een grachtenpand naar de kade was gelopen met het lijk, verdween in het schemerduister.

Het lichaam was van de 26-jarige jurist en verzetsman Johan van Lom. Een dag eerder was hij opgepakt en twee uur lang verhoord. Zijn ondervragers, allen verzetsmensen, achtten hem schuldig aan verraad. Ze veroordeelden 
Van Lom tot het drinken van de gifbeker, een glas thee gemengd met cyanide, maar het gif loste niet op, of hij weigerde het te drinken, dat is nooit duidelijk geworden. Op 6 maart 
1945 werd hij met een nekschot geliquideerd.

De executie van Johan van Lom heeft nooit de wenkbrauwen doen fronsen: hij was immers een van de grote verraders van het verzet in de...