In de gang bij Corrie Speet staat een zelfgebouwd orgel waarop een boek met bladmuziek van Bach ligt opengeslagen. Boven de deur hangt een kruis. ‘Het is hier net een stiltecentrum,’ zegt de negenenvijftigjarige Speet in haar keuken. ‘Maar als je naar buiten gaat, kom je in een andere wereld.’

Corrie Speet woont om de hoek bij de Hardebollenstraat, hét hoerenstraatje in de Utrechtse binnenstad. In hel verlichte ramen zit een twintigtal prostituees te lonken naar voorbijgangers. ‘Als ik naar de Albert Heijn ga, kom ik van alles tegen,’ zegt Speet. ‘Mannen staan te urineren of zich midden op straat af te trekken. Ik loop daar met mijn kleinkind. Tegen mij roepen ze “uitgelubberde teringhoer”.’ Even haalt Speet adem.

Dan zegt ze terwijl ze haar stem verheft: ‘Wonen en prostitutie gaan niet samen. We zullen niet rusten voor de Hardebollenstraat dicht is.’

Al twintig jaar strijden Speet en andere buurtbewoners voor de sluiting van de straat. Jarenlang werden ze...