De stroom vluchtelingen die dagelijks naar Europa probeert te komen, doet zich voor in een tijd dat gedacht en geschreven wordt over de vraag of schrijvers eigenlijk geen ‘nomaden’ zijn; de voorhoede van een op drift geraakte mensheid.

Terugkijkend met de ogen van 2015 gaat het boek Vaderland in de verbeelding, dat Salman Rushdie in 1991 publiceerde, over een nog overzichtelijke wereld. Imaginary Homelands, zoals de Engelse titel luidde, bevatte essays over grensoverschrijdende schrijvers en literatuur: over schrijvers die naar andere landen verhuisden, zoals James Joyce (van Dublin naar Parijs), Günter Grass (van Dantzig naar Berlijn), Milan Kundera (van Praag naar Parijs) en Edward Said (van Beiroet naar New York). Rushdie, die als student van Bombay naar Cambridge verhuisde, voelde zich met deze schrijvers verwant: ook zij beschouwden het land waar ze geboren waren niet als hun vaderland. Dat vaderland was hun verbeelding, die ze overal mee naar toe konden nemen.

Dat...