Zolang de kern, onderwerping, niet uit de islam is verdwenen, zal Hafid Bouazza zich er tegen blijven keren. Zoals in zijn nieuwe boek over de vrouw en de islam.

In Nederland is een libertijn al geen vertrouwde verschijning, laat staan een Marokkaanse libertijn. Wanneer die de bronnen voor zijn libertinisme ook nog weet te traceren in een geschiedenis die meer dan duizend jaar teruggaat, en die even lang verdrongen is door de islam, dan is een permanente vijandigheid tussen de islam en de vrijgevochten geest van de libertijn onvermijdelijk.

Welsprekender, sarcastischer en virtuozer tegenstander kan de islam niet hebben.

Zo is de verhouding tussen Hafid Bouazza en de islam. Terwijl ‘Marokko’ en Marokkaanse emigranten geen onverdeeld gunstige pers hebben, en gezien worden als onderdeel van de conservatieve islam, publiceert Bouazza het ene na het andere deel van zijn vrijgevochten Arabische Bibliotheek, vooral gevuld met door hemzelf vertaalde erotische en pornografische...