Brieven / Sigmund en Martha

Toen Sigmund Freuds dochter Anna een jaar of veertien was, wandelde ze op een avond met haar vader in de statige villabuurt vlak bij het Prater, het attractiepark van Wenen. ‘Zie je deze huizen met die mooie gevels?’ vroeg Freud haar, om zich heen wijzend. ‘Wat er zich achter die gevels afspeelt is niet altijd even mooi. Zo is het ook met mensen.’ Deze beknopte inleiding in de psychoanalyse is ook een inleiding in de persoonlijkheid van Freud (1856-1939). Die had niet de neiging om ergens om heen te draaien. Freud was een psychologisch archeoloog die steeds dieper moest graven om zijn behoefte aan waarheid te bevredigen.

Die behoefte manifesteerde zich niet meteen toen hij in juni 1882 Martha Bernays (1861-1951) ontmoette en vrij snel tot over zijn oren verliefd op haar werd. ‘Mein süsses Martchen’, ‘Mein süsses Prinzesschen’, ‘Mein holdes Liebchen’, ‘Mein heissgeliebstes Mädchen’ waren de aanheffen van de dagelijkse brieven die hij haar stuurde,...