Al zo’n vijfendertig jaar specialiseert Matthijs van Boxsel zich in de domheid. Zijn driedelige Encyclopedie van de domheid is in zeventien talen vertaald omdat men overal alles wil weten over het domme blondje, de domheden van de grote denkers en hoe de domheid de motor van de beschaving is geworden. Nu is er de domheid in één deel: De draagbare encyclopedie van de domheid.

Als er één woord in Matthijs van Boxsels Encyclopedie van de domheid boven alle andere uitsteekt, dan is het ‘greep’. Greep op de domheid proberen te krijgen, houvast vinden, niet langer achter de domheden aanlopen, dat is waar het op aan komt. Maar tegelijk is domheid noodzakelijk om intelligent te kunnen zijn en te worden: ‘alle pogingen greep te krijgen op de domheid vormen bij elkaar onze intelligentie’, schrijft hij. Dus is dat verlangen greep te krijgen op de domheid maar een slag in de lucht, niet serieus. Domheid heeft de mens gedwongen zijn intelligentie te ontwikkelen. Om iets...