Reportage

Het Martelaarsplein kijkt uit over de Middellandse Zee. Tot 1975 stonden er bioscopen, hotels en palmbomen. Sinds de burgeroorlog, waarin het plein een levensgevaarlijk niemandsland werd tussen het christelijke oosten en het islamitische westen van Beiroet, ligt het te wachten op een nieuwe bestemming.

Op 14 maart, kort na de moord op premier Rafik Hariri, stonden hier twee miljoen Libanezen te schreeuwen om onafhankelijkheid van Syrië, de eenpartijstaat die onder het mom van pan-Arabische eenheid dertig jaar het bestuur over Libanon voerde. Op het podium stond Gebran Tueni, een gesoigneerde veertiger met onmiskenbaar charisma. ‘Leg met mij de eed af,’ riep hij de mensenzee toe. ‘Wij, christenen en moslims, zweren bij de almachtige God dat we verenigd zullen blijven tot het einde der tijden, om ons dierbare Libanon te beschermen.’ De massa scandeerde het hem woord voor woord na.

Achter hem rees het fonkelnieuwe gebouw van An-Nahar de lucht in, de krant waarvan...