Geert Wilders’ ‘Fitna’ blijkt gebaseerd op de twee jaar eerder uitgebrachte film ‘Obsession’. Wie zijn de makers van die Israëlische film?

Geert Wilders is een grote vriend van Israël. Als middelbare scholier trok hij naar het beloofde land om te werken in een moshav, een collectieve boerderij op de bezette Westelijke Jordaanoever.

Onlangs doken van die tijd foto’s op die in Vrij Nederland werden gepubliceerd. Naar eigen zeggen is Wilders sindsdien tientallen keren in Israël geweest. Tijdens zijn VVD-jaren kwam hij al steevast op voor de belangen van Israël, wees hij voortdurend op de gevaren van Iran dat met zijn lange-afstandsraketten Israël van de kaart zou kunnen vegen. Maar hij was ook een voorstander van het vredesproces met de Palestijnen.

Sinds de oprichting van de PVV is Wilders geradicaliseerd. Hij ziet Israël tegenwoordig als ‘het stootkussen van de jihad’ en ‘het land dat al zes decennia lang de klappen opvangt die eigenlijk voor het Westen als geheel bedoeld zijn’. In Jeruzalem en Tel Aviv bouwde Wilders de afgelopen jaren aan een kring getrouwen, mensen die dezelfde denkbeelden hebben als hij, vaak afkomstig uit kringen van kolonisten. ‘Geert Wilders is een vriend van Israël en wij doen er alles aan om hem te helpen,’ zegt directeur Arieh Stav van het Ariel Center for Policy Research. ‘Europa zal binnen vijftig jaar een islamitisch kalifaat zijn. Wilders ziet dat gevaar, snapt dat hij moet strijden tegen de islamisering. Hij is onze bondgenoot.’

Complete scènes gekopieerd
Het is vooral de film Fitna geweest die Wilders in het buitenland, en ook in Israël, bekend heeft gemaakt. We zijn het alweer bijna vergeten, maar Nederland bibberde al ver voor de eerste vertoning voor Fitna, Wilders’ agitprop-werkje. De film zelf viel tegen. Er waren beelden van schreeuwende imams en instortende gebouwen, verkoolde lijken en een afgehakt hoofd, omlijst met teksten uit de Koran en dramatische muziek. Rellen en de boycot van Nederlandse producten in moslimlanden bleven uit. Wilders’ creatieve uitspatting raakte ondergesneeuwd door het dagelijkse Wilders-nieuws. Zo ging het in Nederland, maar buiten de grenzen was het anders. Daar werd de film zijn visitekaartje.

Op 22 oktober treedt Wilders met Fitna op in Philadelphia – voor 2500 dollar zit je al aan de VIP-tafel. De uitnodiging vermeldt dat de opbrengst gaat naar het ‘Geert Wilders Legal Defense Fund’. Hij vertoont de film bij zijn toespraak over het gevaar van de islamisering in de westerse wereld en de bron van dit kwaad: de islam, volgens Wilders geen godsdienst maar een geweld­dadige ideologie.

Nooit vertelt Wilders hoe hij de film heeft gemaakt. Op de aftiteling staat het pseudoniem ‘Scarlet Pimpernel’ genoemd als regisseur, editor, en co-scenarist. De makers verscholen zich volgens Wilders achter die fictieve tegenstander van de Franse Revolutie omdat ze niet zoals eerder Theo van Gogh het slachtoffer willen worden van fanatieke moslims.

– Wayne Kopping, maker van Obsession

‘Geert Wilders heeft scènes uit Obsession “geript” en die zelf gebruikt. In Fitna zijn zelfs onze ondertitels te zien en is onze muziek te horen.’

Alleen tijdens het kort geding dat de Marok­kaans-Nederlandse rapper Salah Edin tegen Wilders aanspande – hij was ten onrechte verward met Mohammed B. – kwam iets meer informatie naar buiten. Wilders’ advocaat liet weten dat de film in opdracht van de stichting Vrienden van de PVV was gemaakt door ‘een productiemaatschappij’. Ook deze informatie was zo summier, dat het er op leek dat het raadsel achter Fitna altijd een mysterie zou blijven.

Wie de film nauwkeuriger bekijkt, komt wél verder. Zo blijkt dat Fitna in opbouw en stijl veel overeenkomsten vertoont met de documentaire Obsession, Radical Islam’s War Against the West. Die film wordt in de aftiteling van Fitna genoemd als ‘bron’, maar als je Fitna shot voor shot vergelijkt met Obsession, blijken complete scènes te zijn gekopieerd. Zo is zowel in Fitna als in Obsession een gehoofddoekt meisje te zien dat heeft leren zeggen dat alle joden ‘apen en varkens’ zijn. In Fitna volgen daarop beelden van een verkoold lichaam en een naakte man die over de grond worden gesleept. In Obsession zijn dezelfde scènes te zien, in dezelfde volgorde. In beide films wordt een identiek kruis van een identieke kerk gerukt. Fitna toont gemaskerde strijders die de Hitlergroet geven terwijl ze voor mullahs staan, Obsession heeft – het wordt eentonig – hetzelfde beeld.

Zelfs de onthoofding is in beide films te zien, al toont Fitna anders dan Obsession ook het afgehakte hoofd. De meest opmerkelijke overeenkomst tussen de films zijn de beelden van negen schreeuwende imams en van de Iraanse president Ahmedinejad. Zij propageren in naam van Allah de wereldhegemonie van de islam en roepen moslims op om het hoofd van ongelovigen en van joden af te snijden.

De schreeuwende geestelijken zijn voor Wilders de belangrijkste scènes in Fitna. Hij vindt dat hiermee wordt aangetoond dat Koranverzen geen holle frasen zijn, maar dat moslims ook nu nog naar de letter van het heilige boek handelen en er dus naar streven de wereld te veroveren en iedereen die niet in Allah gelooft te onderwerpen.

Zelfs de ondertitels
Obsession werd twee jaar eerder gemaakt dan Fitna. De makers van deze film zijn, in tegenstelling tot die van Fitna, wel met naam en toenaam bekend. Het gaat om Wayne Kopping, een Joodse Zuid-Afrikaan, en de Canadees-Israëlische Raphael Shore. Kopping is in Zuid-Afrika als hij de telefoon opneemt. ‘Jullie hebben goed opgelet,’ zegt hij als we hem vragen naar de overeenkomsten tussen de beide films. Volgens Kopping heeft Wilders geput uit hetzelfde beeldmateriaal, afkomstig van organisaties als Palestinian Media Watch (gevestigd in Jeruzalem) en The Middle East Media Research Institute (in Washington) die Arabische televisiestations op de voet volgen. Maar even later in het gesprek, heeft hij een andere theorie. ‘Ik denk dat Wilders onze film heeft gekregen op een dvd of heeft gezien op het internet. Hij heeft scènes uit Obsession “geript” en die zelf gebruikt. In Fitna zijn zelfs onze ondertitels te zien en is onze muziek te horen.’

Heeft u Geert Wilders ooit ontmoet?
‘Nee, nog niet. We hebben ook verder nooit iets met hem te maken gehad.’

U heeft hem dus niet geholpen met het maken van ‘Fitna’?
‘Nee.’

Bent u boos op hem? Hij heeft tenslotte uw film ‘geript’.
‘Waarom zou ik boos zijn? Wij zijn niet de eigenaren van het materiaal. Het belangrijkste is dat de waarheid wordt verteld. In het Westen weten veel burgers nog steeds niet dat er moslims bestaan die alleen maar haten, die alleen maar denken aan moord en doodslag. Het zijn gelovige moslims die van mening zijn dat je gestraft moet worden als je de wil van Allah niet volgt. Films als Fitna en Obsession zijn een wake up call.’

Links Ahmedinejad in 'Fitna', rechts in 'Obsession'  Links Ahmedinejad in ‘Fitna’, rechts in ‘Obsession’

Op Fox News uitgezonden
De Palestinian Media Watch, een van de bronnen waar Kopping zijn beelden van haatspuwende imams heeft gevonden, is in Israël niet onomstreden. Directeur van de organisatie is de kolonist Itamar Marcus, die eerder werkte als voorlichter bij de huidige premier Benjamin Netanjahoe. Hij volgt al dertien jaar alles wat in de Arabische wereld in de media verschijnt, maar controleert ook Palestijnse schoolboeken op anti-Israëlische propaganda. ‘Geert Wilders heeft nooit contact met me opgenomen voordat hij Fitna ging maken,’ zegt Marcus. ‘Ook ik herkende in Fitna beelden die ook in Obsession zaten. Met de makers van die film heb ik wel samengewerkt. Net zoals Wilders hebben ook veel anderen niet de moeite genomen mij te benaderen, de beelden die we hebben gearchiveerd, duiken overal ter wereld op. Dat is niet erg. Het is goed dat Wilders de alarmbel luidt. Er zijn veel gelovige moslims die de islam zo interpreteren dat ze denken dat ze de christelijke, joodse wereld moeten onderwerpen.’

Obsession is een professioneel gemaakte documentaire van tachtig minuten over het gevaar van de radicale islam voor het Westen, een gevaar dat de film in interviews (onder meer met een oud-lid van de Hitlerjugend) en beelden van nazi-Duitsland afschildert als zeker zo groot als, zo niet groter dan het nazisme. Obsession werd door David Horowitz van de conservatieve website FrontPage Magazine (zie ‘Wilders in Amerika – Op zoek naar dollars’) op universiteiten vertoond en in een verkorte versie door Fox News uitgezonden. Maar de film trok pas echt de aandacht toen vlak voor de presidentsverkiezing achtentwintig miljoen dvd’s in de zondagkranten van swing states werden verspreid. De Amerikaanse media gingen op zoek naar de distributeur van Obsession. Dat bleek het Clarion Fund, een onbekende non-profitorganisatie, die weer nauwe banden had met Aish HaTorah, een orthodox-Joodse organisatie die volgens haar eigen website Joden wereldwijd ‘trots wil laten zijn op hun achtergrond’.

Aish HaTorah heeft afdelingen over de hele wereld. Het hoofdkantoor is gevestigd in de oude stad van Jeruzalem, direct tegenover de klaagmuur, op Aish.org is permanent een livestream van de muur te zien. Aish HaTorah organiseert drieweekse reizen voor twintigers naar Israël om daar alles te leren over cultuur, geschiedenis en politiek van het land, maar er zijn ook rabbi’s in New York actief die voor veel geld Torah-cursussen geven aan rijke zakenlieden die geen tijd hebben om naar de sjoel te komen.

Wayne Kopping leerde Raphael Shore, met wie hij later Obsession maakte, kennen bij Aish HaTorah in Jeruzalem. Kopping was onder de indruk van een powerpointpresentatie van Shore over de Oslo-akkoorden en stelde voor een film te maken. Relentless, the Struggle for Peace in the Middle East was het resultaat, gevolgd door Obsession en dit jaar door The Third Jihad, over een masterplan van Amerikaanse moslims om de Verenigde Staten op een sluipende manier te islamiseren.

Van de twee filmmakers is Shore het intellectuele zwaargewicht. Hij is rabbijn, woont in Jeruzalem en werkt voor HonestReporting, een mediawaakhond die anti-Israëlische berichtgeving volgt. Zijn tweelingbroer, Ephraim Shore, was directeur van Honest Reporting. Ondanks alle lijnen tussen de films en Aish HaTorah, doen de makers krampachtige pogingen alle dwarsverbanden te bagatelliseren.

Dat Obsession aanvankelijk als een productie van HonestReporting werd gepresenteerd, was een ‘schoonheidsfoutje’ zei Shore. Geruchten dat Aish, of een van Aish’ weldoeners de films had gefinancierd, werden ontkend. ‘Het geld kwam met kleine beetjes binnen,’ vertelt Kopping. Maar met ‘kleine beetjes’ financier je geen film die vierhonderdduizend dollar kostte (Obsession) of bijna een miljoen (The Third Jihad, volgens de papieren die Clarion Fund bij de Amerikaanse belastingdienst indiende), laat staan de massadistributie van miljoenen dvd’s die volgens een woordvoerder van Clarion Fund ‘enkele miljoenen dollars’ heeft gekost. Net als bij Fitna is het dus onbekend hoe de anti-islamfilm waaruit Wilders putte, werd gefinancierd.

Blogger Richard Silverstein, pro-Israël, maar wel van het kamp dat naar vrede met de Palestijnen streeft, schreef regelmatig over Obsession en The Third Jihad. Hij vermoedt dat de raadsels rond de films verband houden met de positie van Aish HaTorah. ‘Aish is een religieuze organisatie, die hoog staat aangeschreven vanwege de moderne manier waarop ze seculiere Joden benadert. Wat niet bekend is, is dat Aish politiek is opgeschoven naar de kringen van de kolonisten.’ En die kringen van kolonisten zijn nu juist Wilders’ dikke vrienden in Israël.

Extreemrechtse Hatikva-partij
Op 14 december 2008 vertoonde Geert Wilders Fitna voor de eerste keer in Israël tijdens de Facing Jihad-conferentie. Het zaaltje in het Menachem Begin Heritage Center in Jeruzalem zat met driehonderd mensen helemaal vol. Wilders, die normaal in Israël rondreist met twee bodyguards, kwam deze keer omringd door acht boomlange kerels binnen. Reden: de PVV-leider had naar eigen zeggen signalen gekregen dat een islamitische groep ‘met mogelijke terroristische banden’ het op zijn leven had voorzien. ‘Dit is de eerste keer dat ik me in Israël onveiliger voel dan in Nederland,’ zei hij grappend in het dagblad Haaretz.

Maar tijdens de conferentie was Wilders onder vrienden. Natuurlijk was daar Pamela Geller, een Amerikaanse afficionado die de PVV-leider ‘my ideal man’ noemt en hem overal volgt voor haar weblog. En verder Daniel Pipes, die Wilders goed kent van zijn bezoeken aan de Verenigde Staten.

Net als Wilders is Pipes er van overtuigd dat de islamitische overname van de westerse wereld aanstaande is. Pipes is oprichter van het Middle East Forum dat fondsen inzamelt voor de verdediging van Wilders in de rechtszaak wegens haatzaaien en belediging van moslims die in januari 2010 begint.

Maar de motor achter de ‘Facing Jihad’-conferentie was Arieh Eldad, voormalig brigade-generaal uit het Israëlisch leger, arts en lid van de Knesset. Hij is de leider van de kleine extreemrechtse Hatikva-partij, die vooral aanhang heeft onder kolonisten. Eldad is binnen de Israëlische politieke verhoudingen een kleine speler aan de uiterste rechterzijde van het politieke spectrum. Hij vindt dat premier Benjamin Netanjahoe ‘elke vorm van leiderschap’ verloor toen hij de mogelijkheid tot de vorming van een gedemilitariseerde Palestijnse staat onder zware voorwaarden open liet. Netanjahoe probeert ‘een varken te eten dat kosher is geslacht’, hoonde Eldad. Volgens de brigade-generaal in ruste ís er al een ‘twee staten-oplossing’ voor het Israëlisch-Palestijnse conflict: Palestijnen dienen zo snel mogelijk te vertrekken naar de buurlanden Jordanië of Egypte. Het Joodse karakter van Israël mag niet verwateren, vindt hij. Het ontstaan van een Joods-Arabische staat moet tot elke prijs worden voorkomen.

Wilders zit op de lijn van Eldad: ‘De Arabische landen kunnen de Palestijnen uit de “bezette gebieden” heel goed herbergen. Een migratie naar de Arabische landen is logisch en wenselijk,’ schreef hij dit jaar in een ingezonden stuk in de Volkskrant ter gelegenheid van het zestigjarig bestaan van Israël. Hoe deze ‘migratie’, die in de praktijk neerkomt op een etnische zuivering, zou moeten worden uitgevoerd, blijft vaag, zowel bij Wilders als bij Eldad.

Voor Wilders staat, net als voor Eldad, het conflict tussen Israël en de Palestijnen in het teken van de wereldwijde strijd tegen de oprukkende islam. De twee politici hebben elkaar de afgelopen jaren blijkbaar gevonden, want tijdens de Facing Jihad-bijeenkomst had Wilders warme woorden voor de vertegenwoordiger van de kolonisten die er zulke radicale ideeën op na houdt. ‘Ik breng een saluut uit aan professor Eldad voor zijn werk voor de mensheid en zijn patriottisme,’ aldus Wilders. ‘Arieh, ik ben er trots op je vriend te zijn.’

Europa al opgegeven
Knesseth-lid Arieh Eldad mag dan de motor zijn geweest van de Facing Jihad-conferentie, de bijeenkomst werd mede gefinancierd door het Ariel Center for Policy Research (ACPR). Dit is een denktank van hardliners die – net als Eldad en Wilders – niets zien in de Oslo-akkoorden, vrede met de Palestijnen of president Barack Obama. Het ACPR is in 1997 opgericht en is de thuisbasis van de absolute haviken in de Israëlische politiek. In de adviesraad zitten mensen als oud-minister van Defensie Moshe Arens en oud-premier Yitzhak Shamir. Het ACPR geeft het tijdschrift Nativ uit, waarin stukken verschijnen met titels als ‘President Obama’s Middle East Advisers: An Existential Danger to Israël’ en ‘America is Preventing Israëls Victory’. Ook Eldad publiceert regelmatig in Nativ.

David Bukay, hoogleraar politicologie aan de universiteit van Haifa, was een van de sprekers tijdens de Facing Jihad-conferentie. De hoogleraar, die is gespecialiseerd in het Israëlisch-Palestijnse conflict, zit tevens in de advisory board van ACPR. In een telefonisch interview noemt hij Fitna ‘een milde film’. Want: ‘Wat islamieten de mensheid in werkelijkheid hebben aangedaan, is met geen pen te beschrijven,’ aldus de hoogleraar. ‘Wist u dat moslims in India destijds miljoenen boeddhisten over de kling hebben gejaagd?’ Om onwetende bewoners van Amerika en West-Europa te waarschuwen tegen het naderende onheil van de islamisering, maakte Bukay geen film, maar schreef hij een boek, getiteld Muhammad’s Monsters, A Comprehensive Guide to Radical Islam for Western Audiences. Europa heeft de professor al zo goed als opgegeven. ‘Jullie hebben de Joden afgeslacht, de moslims er voor in de plaats gekregen. Veel succes en plezier daarmee,’ zegt hij.

Wilders had grote plannen met de Facing Jihad-conferentie in Jeruzalem. Drie maanden eerder, in september 2008, zei hij tijdens een drukbezochte bijeenkomst in het Four Seasons Hotel in New York dat hij in Jeruzalem alle Europese politieke partijen en organisaties wilde verzamelen die zich verzetten tegen ‘jihad en islamisering’. De conferentie zou het begin moeten zijn van een ‘alliantie van Europese patriotten’. Samen zouden ze ‘iets groots’ moeten gaan bewerkstelligen, iets dat ‘de kaart van Europa voor de komende decennia zou kunnen wijzigen’. De PVV-leider voegde er met enig gevoel voor drama aan toe dat de bijeenkomst in Jeruzalem ‘misschien wel Europa’s laatste kans’ zou zijn. Maar van de vorming van die Europese alliantie is nooit veel meer vernomen. In de zaal zaten naast Israëlische extremisten en Amerikaanse neo-cons niet of nauwelijks Europeanen. Wel bracht Wilders na de conferentie nog een bezoek aan Italië, om daar de Oriana Fallaci-prijs ter bevordering van de vrijheid van meningsuiting in ontvangst te nemen.

Fitna zorgde voor Wilders’ internationale doorbraak, maar plaatste hem ook meteen in de marge van de internationale politiek. In de Verenigde Staten omringt hij zich met neoconservatieven. In Israël heeft hij een monsterverbond gesloten met de meest rabiate rechtse splinters die er tussen Jeruzalem en Tel Aviv te vinden zijn. En het zijn juist die rechtse kolonisten die zich het hardst verzetten tegen pogingen van de Verenigde Staten en Europa om Israël in beweging te krijgen in het vredesproces. Ook CDA-minister Maxime Verhagen, hoewel vaak afgeschilderd als ‘vriend van’, dringt er keer op keer bij zijn Israëlische collega’s op aan vorderingen te maken bij het vredesproces en te stoppen met de bouw van nieuwe huizen in de nederzettingen.

Een ding lijkt zeker: met Wilders’ PVV in de regering zal Nederland zich internationaal ver buiten de mainstream plaatsen. En dat voor een land dat op dit moment nog zo graag meedoet met de grote jongens.

De radicalisering van Geert Wilders

Uit verslagen van Kamerdebatten en door Wilders door de jaren heen ingediende Kamervragen blijkt dat hij weliswaar altijd al opkwam voor Israël en waarschuwde voor het gevaar van een land als Iran, maar steeds binnen de grenzen van de partijstandpunten van de VVD. Tot zijn vertrek uit de VVD reikte hij de Palestijnse bevolking in de Bezette gebieden zelfs een paar keer de hand. Zo diende Wilders in 2000 samen met PvdA’er Sharon Dijksma moties in ter bevordering van een Nederlands-Palestijns-Israëlisch samenwerkingsproject genaamd Mashav. En in 2003 deed het VVD-kamerlid in Jeruzalem mee aan een bijeenkomst georganiseerd door de Palestinian Academic Society for the Study of International Affairs. Onderwerp: de ‘Nederlands-Palestijnse relaties’. In datzelfde jaar zei Wilders na een bezoek aan Israël te zijn ‘geschrokken’ van het tracé van de muur langs de Palestijnse gebieden. Hij vond dat Nederland zich ‘tegen de muur moest uitspreken’. Ook vond hij dat toenmalig premier Ariel Sharon moest ‘stoppen met de bouw van nederzettingen’. Met PvdA’er Bert Koenders stelde Wilders in 2004 vragen aan het ministerie van Buitenlandse Zaken over mogelijke ontduiking door Israël van regelgeving aangaande de export van groente en fruit naar de Europese Unie. De Israëlische douane zou tegen de afspraken in producten afkomstig uit nederzettingen als ‘Israëlisch’ hebben bestempeld.

Oud-Kamerleden van de VVD-fractie met wie Wilders jaren heeft samengewerkt, verbazen zich over de radicalisering die hun voormalige collega heeft doorgemaakt als het gaat om het Israëlisch-Palestijnse conflict. ‘Wilders vertolkte het standpunt van de VVD,’ zegt oud-buitenlandwoordvoerder van de liberalen Frans Weisglas, die regelmatig met Wilders naar Israël reisde. ‘De VVD was meer pro-Israël dan de PvdA, maar we volgden het land wel kritisch. We waren er geen voorstander van dat de muur werd gebouwd.’ Weisglas toont zich verrast dat Wilders bij de laatste verkiezingen de rabiaat rechtse minister van Buitenlandse Zaken Avigdor Lieberman feliciteerde met zijn overwinning. ‘Ik wist niet dat hij Lieberman steunde. Als dat zo is, neem ik afstand van Geert.’ Van Knesset-lid Arieh Eldad, met wie Wilders de laatste tijd pas echt warme banden onderhoudt, heeft Weisglas nog nooit gehoord.

Ook Europarlementariër Hans van Baalen maakte verschillende reizen met Wilders naar Israël. Hij noemt het ‘absurd’ dat Wilders tegenwoordig ‘de Israëliers uitlegt hoe ze met de Palestijnen moeten omgaan’. De bedoeling van Wilders is volgens Van Baalen niet om met zijn optreden enig effect te sorteren in de Verenigde Staten of Israël, maar vooral om op de voorpagina van De Telegraaf terecht te komen. ‘En dat lukt makkelijker als je met een radicaal als Eldad optrekt.’
Van Baalen zegt dat hij uit zijn Israëlische netwerk heeft vernomen dat ze bij de Knesset, het Israëlische parlement, eind vorig jaar niet zaten te wachten op een vertoning van Fitna en dat daarom werd uitgeweken naar het Begin Heritage Center. ‘De Israëlische autoriteiten drongen er bij Wilders op aan de film niet te vertonen, omdat gevreesd werd voor moeilijkheden met de grote Arabische minderheid binnen de grenzen van Israël van 1967. Maar Geert heeft zijn plannen gewoon doorgezet. Wilders ontvangt niet meer, hij zendt alleen nog maar.’