Het nieuwe nummer van het Amerikaanse mooie bloemlezende tijdschrift Lapham’s Quarterly is gewijd aan het fenomeen ‘jeugd’. De jeugd van Sartre, James Joyce, Tolstoi of die van Theo in Donna Tarts Puttertje.

De vooral doorzijn essay over de vrijheid beroemde Engelse filosoof John Stuart Mill (1806-1873)werd op een spartaanse manier opgevoed. Niet zozeer in fysieke zin door hetontwikkelen van buitenissige spierballen en een standvastig karakter, maar inintellectuele zin. Er bestaat een lijst van de boeken die Mill tussen zijnderde en zevende jaar, dus als kleuter en klein kind, heeft gelezen. Die lijst begintonschuldig met de Fabels van Aesopus,maar vervolgt dan al snel met de Anabasisvan Xenophon, de Historieën vanHerodotus en de Levens van de filosofenvan Diogenes Laertius. Waarna zes dialogen van Plato, Gibbons geschiedenis vanopkomst en verval van Rome, John  Millarsgeschiedenis van het Engelse parlement en George Ansons Voyage Round the World. Verder boeken over...