Gelekte (des)informatie leek een bres te slaan in het tot nu toe gesloten front van de Hells Angels. Big Willem werd gearresteerd op basis van krantenberichten. Nu is hij weer vrij, maar hij is nog steeds verdachte. Meewerken met justitie lijkt voor hem de enige optie.
Amsterdamse rechercheurs moeten op 17 oktober 2000 tandenknarsend uit het raam hebben gekeken. Een lange stoet Hells Angels op motoren trok langs het Amsterdamse hoofdbureau van politie aan de Lijnbaansgracht om de laatste eer te bewijzen aan crimineel Sam Klepper. Deze Mokumse godfather, groot geworden met afpersingspraktijken, geweld en drugshandel, was zeven dagen daarvoor op straat geliquideerd. De Angels hadden hun zaakjes goed voor elkaar. De Westertoren beierde als eerbetoon aan de gangster en agenten gaven de stoet een vrijgeleide door de binnenstad. Bij het hoofdbureau aangekomen, staken de motorrijders vuurwerk af – waarmee ze als het ware hun middelvinger opstaken tegen het gezag.
Achteraf vormde deze dag een van de hoogtepunten in het vijfentwintigjarige bestaan an de Hells Angels in Nederland. Het was óók de dag dat de autoriteiten met een schok tot het besef kwamen dat het zo niet langer kon. Niet lang nadat Klepper in het praalgraf van de Angels was bijgezet, werd met toestemming van het College van Procureurs-Generaal besloten dat de Amsterdamse politie en het Openbaar Ministerie de motorbende moesten aanpakken. Het jarenlange gedogen moest afgelopen zijn. In een vertrouwelijke notitie van de Dienst Centrale Recherche uit het najaar van 2000 staat dat de politie de Nederlandse criminele netwerken wilde ‘uitschakelen’. Te beginnen met de Hells Angels. De Criminele Inlichtingen Eenheid (CIE) verzamelde daarna op grote schaal informatie over criminelen die met Angels samenwerkten, zoals Sam Klepper dat tot zijn geweldadige dood had gedaan. Postuum was deze gangster zelfs opgenomen in de Hall of Fame van de motorvrienden.
Daarnaast wilden de Amsterdamse autoriteiten de burger geruststellen. Het moest duidelijk zijn wie de baas was in de hoofdstad. Angels Place, het clubhuis van de motorboys, mocht niet langer een vrijstaat in de hoofstad zijn. Een paar maanden na de moord op Klepper viel de politie met veel machtsvertoon binnen bij het honk aan de Wenckebachweg. Actualiteitenrubrieken waren van tevoren ingeseind over deze nieuwe daadkracht en dus kon televisie kijkend Nederland ’s avonds met eigen ogen zien dat de politie niet langer bang leek voor de motorduivels. Maar afgezien van publiciteit leverde dit ingrijpen uiteindelijk niet veel op. Er werden slechts een paar vuurwapens gevonden en de president van de Angels, Big Willem van Boxtel, raakte korte tijd zijn wapenvergunning kwijt.
Opnieuw leek de Amsterdamse politie dus de risee van de stad.
Men liet de bevolking maar in die waan, want in stilte werd wel degelijk hard gewerkt aan het oprollen van de motorclub als ‘criminele organisatie’. Zo was er uitgebreid overleg met de Canadese politie. In Canada was ook een golf van aanslagen geweest in het criminele milieu, waarbij Hells Angels een belangrijke rol speelden. De Royal Mounted Police was inmiddels vergevorderd met het ontwrichten van de motorbende. In Montreal was het gelukt verschillende Angels veroordeeld te krijgen wegens drugshandel en geweldsdelicten. De tactiek in Canada was: als je de Hells Angels, die gezien werden als de belangrijkste criminele organisatie, uitschakelt, veroorzaak je zoveel onrust bij andere benden dat hele netwerken lange tijd verstoord zijn.
In het diepste geheim was in 1997 een Amsterdams team van rechercheurs begonnen aan een groot onderzoek naar Angel-vriend Sam Klepper, zijn compagnon John Mieremet en hun zakenrelatie Willem Holleeder. Vanaf 1999 werd niet alleen de telefoon afgeluisterd, maar werd er ook een observatieteam ingezet om hen dag en nacht te volgen, zo blijkt uit stukken waarover Vrij Nederland beschikt. Daarnaast werd videoapparatuur opgesteld tegenover het appartement annex kantoor van het duo Klepper en Mieremet aan de Van Leijenberghlaan in Amsterdam-Buitenveldert. Maar ook deze keer kwam het niet tot een vervolging. Voordat het zover was, werd Klepper, de informele leider van de Amsterdamse onderwereld, voor zijn deur waarop de politiecamera was gericht, geliquideerd.
Deze afrekening in het criminele milieu – de derde in korte tijd – zorgde voor zoveel onrust in de onderwereld dat de inlichtingendienst van de politie daarna overuren maakte. Ze werd overstroomd met verhalen en namen van mogelijke daders en eventuele nieuwe slachtoffers. Er zouden dodenlijstjes zijn opgesteld waarop namen stonden van drugsbaronnen, maar ook die van Big Willem. Waarom de Angels-president voor zijn leven moest vrezen, bleef onduidelijk. De dodenlijstjes werden ‘gelekt’ naar de De Telegraaf en dat zorgde voor nog meer onrust onder criminelen. En daar leek het de opsporingsdiensten om te doen. De afluisterafdeling maakten lange dagen. Want boeven in het nauw zeggen soms meer – zelfs aan de telefoon – dan goed voor ze is.
Voor het oog van de buitenwereld joegen de rechercheurs op de daders van de liquidaties in de hoofdstad. Maar ondertussen ging in stilte het onderzoek naar de Angels door. De omzichtigheid die bij dit onderzoek werd betracht was niet voor niets; de Angels hadden overal hun contacten. Volgens een artikel in het vakblad Recherche magazine uit 2002 zouden de Angels zozeer zijn geÔnfiltreerd in het openbare leven dat een effectieve aanpak van de bende ‘zeer moeilijk’ werd genoemd. Volgens niet nader genoemde bronnen in het blad zouden de Angels overal vrienden en familieleden hebben, van ‘justitie tot defensie’ en van ‘gevangenis tot politie’. Er zou dan ook veel geheime informatie over politieonderzoeken naar de Angels weglekken. ‘En gaat dat niet op vrijwillige basis, dan is er nog altijd de optie: intimidatie. In het gegeven dat de motorclubs overal ingang hebben, schuilt het grootste maatschappelijke gevaar.’
Over de rol van Big Willem in het criminele milieu deden de wildste geruchten de ronde, maar in de media afficheerde hij zich vooral als een ‘knuffel-Angel’. Als geen ander kende Van Boxtel het belang van een goede pers voor zijn club. Hij zette zich in voor kankerpatiÎntjes. Bleekneusjes mochten een ritje achterop de Harley van de clubleden maken. De president van het Amsterdamse Chapter, die tevens hoofd is van de Angels in West-Europa, stond nog nooit voor de rechter in een grote strafzaak. Nog nooit was hij betrapt op moord, doodslag, drugshandel of witwassen. Maar dat hij wel degelijk actief was in de criminele circuits bleek in het najaar van 2003. Bij de inlichtingendienst van de Amsterdamse politie kwam informatie binnen waarin ook Big Willems rol in het drugsmilieu werd genoemd. Een zekere Henk V. werd beschuldigd van smokkel van xtc en lsd naar Turkije. Volgens de bron van de politie-inlichtingendienst zou V. dit doen in opdracht van de Hells Angels, waaraan hij ‘vastzat’: ‘Henk V. heeft direct contact met Big Willem.’
Met deze gegevens ging de recherche aan het werk. V. bleek te opereren vanaf de zogenaamde Theeboot aan de Oude Schans, een bekende voormalige coffeeshop die volgens de belastingdienst eigendom was van Big Willem. Henk V. en zijn mededaders bleken niet meer dan kleine krabbelaars die in beperkte hoeveelheden drugs handelden. Maar voor de politie was het toch een interessante zaak omdat hier voor het eerst een hiÎrarchisch verband leek te bestaan tussen Big Willem en drugshandelaren. Uit stukken uit dit onderzoeksdossier blijkt dat Henk V. op 27 februari 2004 werd gebeld door een verslaggever van Radio Noord-Holland. De verslaggever was op zoek naar informatie omdat de politie opnieuw was binnengevallen in Angels Place. Dit gesprek werd afgeluisterd door de politie. De journalist noemde tegenover Henk V. het clubhuis ‘jullie honk’ en vroeg hem of hij bij de actie niet zelf van zijn bed was gelicht. Henk V. wist van niets en de verslaggever vroeg of ‘Henk’ hem op de hoogte wilde houden. Daartoe was de drugshandelaar bereid, maar, zo staat in de tapverslagen, ‘dat moest natuurlijk wel eerst even worden kortgesloten met de president, met Willem’.
Duidelijk was dat Henk V. niet op eigen houtje handelde en Big Willem zag als zijn meerdere. Zo riep V. bij zijn arrestatie op 23 maart tegen zijn vrouw dat ze ‘meteen’ Willem van Boxtel moest bellen. Toen de politie daarna huiszoeking deed, vond ze aan de muur in het schip van V. een foto met daarop drie Hells Angels. Big Willem stond in het midden met een vuurwapen in zijn hand.
In dit onderzoek werd Big Willem als verdachte beschouwd. Maar de politie hield hem niet met veel machtsvertoon aan. Hij kwam op eigen gelegenheid op 13 mei voor een verhoor naar het bureau, vergezeld door zijn advocaat Vincent Kraal, die hij al meer dan twintig jaar kent. Het is opvallend dat de politie, die er altijd tuk op is publiekelijk te laten zien dat ze de Angels aanpakt, aan deze zaak geen enkele ruchtbaarheid gaf. Blijkbaar was het belangrijker om het grote onderzoek naar de Hells Angels als criminele organisatie niet te verstoren.
Maar er was meer. In december 2003 rolde de Belgische politie in Antwerpen een xtc-lijn op. De grondstoffen voor de drugs zouden afkomstig zijn uit de buurt van Breda. Achthonderdduizend pillen gingen per schip vanuit Antwerpen naar AustraliÎ. Zonder dat de criminelen dit wisten, hielden de Belgische en Australische politiediensten het transport nauwkeurig in de gaten. En met succes. Alle betrokken drugshandelaren werden opgepakt. Zes laboratoria werden ontmanteld. De Belgische politie ontdekte dat Paul de Vries, president van de Limburgse Angels, het Nomads-chapter in Oirsbeek, met enkele clubleden verantwoordelijk was voor bescherming en incasso in deze zaak. Ook kwam er hulp van de brothers uit Amsterdam om nog meer druk uit te oefenen op kennelijke wanbetalers. In Angel-kringen wordt alles hiÎrarchisch bepaald – zonder toestemming van Amsterdam gebeurt er niets.
Overigens werd ook in deze zaak niet een van de Hells Angels aangehouden.
In diezelfde periode liep het uit de hand bij de Nomads in Limburg. Colombianen waren woedend op de Angels van dit chapter. Er was voor zeven en een half miljoen euro aan cocaÔne geleverd, maar de Colombianen hadden nog geen cent gezien. Het leek erop alsof de Nomads een klassieke ripdeal op hun geweten hadden. Deze zaak betekende een ernstige deuk in de reputatie van de Nederlandse Angels en gevreesd werd voor de wraak van de Zuid-Amerikanen. Het leek er sterk op dat Paul de Vries, die nog maar kort president was, samen met twee kompanen zijn eigen gang was
gegaan. De Vries, afkomstig uit de xtc-handel rond Eindhoven, was voordat hij werd geïnstalleerd als president al berucht als het ging om het afpersen en belazeren van medecriminelen. Maar Colombianen oplichten is wel iets anders dan een Hollandse hasjboer rippen.
Een Antilliaanse Hells Angel, Steven Chocolaad, werd door de Colombianen naar Nederland gestuurd om de zaak uit te zoeken. Hij werd vermoord. Zijn lijk, dat in stukken was gesneden en nooit had mogen opduiken, werd toch gevonden. De Vries en zijn rechterhand S. zouden die moord op hun geweten hebben. Bronnen rond de Limburgse Angels vertelden VN dat S. de dag na de moord rond zou hebben gelopen met een baseballpet met de cijfers 66. In het Hells Angels-jargon staat het cijfer 6 voor de zesde letter van het alfabet: de f. En ff staat dan weer voor Filthy Few, de geuzennaam voor Angels die een moord op hun geweten hebben.
De Zuid-Amerikaanse drugsbaronnen dreigden de Angels na de moord op Chocolaad met keiharde represailles. Er volgde beraad vanuit Oirsbeek met Amsterdam, stelde justitie vast. Na een bezoek van de Nomads aan Amsterdam zou de voor zoveel opschudding zorgende moord op Paul de Vries en zijn twee handlanger hebben plaatsgevonden in het clublokaal van de Nomads. Vijftien members van deze chapter zouden daarbij aanwezig zijn geweest. Twaalf van hen werden aangehouden. Justitie wil hen vervolgen voor hun betrokkenheid bij de drievoudige moord. Of dat zal lukken was tot nu toe twijfelachtig, want alle verdachten hielden hun mond. Op één na. Bij de cocaïnedeal was ook een ‘Carribean Brother’ betrokken: Angelo D. Dit aspirant-lid besloot over te lopen, voor de eerste keer in de geschiedenis van de Hells Angels in Nederland. Hij gaf zijn ondervragers een uniek kijkje achter de schermen van de motorbende.
Vervolgens leek het erop dat de politie met een kundige desinformatiecampagne voor nog meer onrust in het wereldje zorgde, zodat er nog een kroongetuige zou kunnen worden binnengehaald. Opnieuw ‘lekte’ CIE-informatie naar de straat. Het betrof een verhaal waarover zeker tweespalt zou ontstaan binnen de Hells Angels. Het ging over een mogelijk op handen zijnde moordaanslag op Willem Holleeder, een goede vriend van vooral de jongere Angels. Holleeder werd beschouwd als de ‘bewaker’ van de miljoenen van ‘onderwereldbankier’ Willem Endstra. Endstra – trotse bezitter van een gele Harley – zou van Holleeder af willen omdat hij te veel macht kreeg. De criminelen rond Holleeder zouden zich met afpersingen in de Amsterdamse vastgoedwereld bezighouden. Bonafide zakenrelaties hadden zich al van Endstra afgewend, omdat ze niet geÎncanailleerd wensten te worden met zijn kantoor, waar ook Holleeder in- en uitliep. Endstra zou daarom Big Willem benaderd hebben en hem 250.000 euro hebben aanbetaald om Holleeder op te blazen als hij in het Angels-clubhuis op bezoek was. Maar voordat het zover kwam, werd Endstra op 17 mei zelf door onbekenden om het leven gebracht.
Big Willem kwam door de gelekte informatie in het nauw; de Angels eisten opheldering over de geruchten. Tijdens een bijeenkomst in Zwitserland zou hij hun opening van zaken hebben gegeven. Het verhaal lag anders dan de CIE-informatie deed geloven. Big Willem was door een lid van een ander chapter benaderd of hij mee wilde naar Endstra. In dat gesprek, dat nog geen tien minuten duurde, had de vastgoedbaron aangegeven dat hij van Holleeder afwilde. Big Willem zou hem gezegd hebbben dat hij er niets mee van doen wilde hebben, maar verzuimde om de Amsterdamse Angels van deze actie te vertellen. Dit vormde voor de Angels de aanleiding om hem ‘uit te stoten’. In Angel-jargon: hij kreeg bad standing. Big Willems voormalige advocaat trad vanaf dat moment alleen nog op voor de andere Angels.
Een dag later werd de voormalige president van het Amsterdamse chapter gearresteerd op verdenking van het beramen van het moordplan tegen Holleeder.
Deze aanhouding leek het gerucht over de plannen van Big Willem te bevestigen. Maar in het aanhoudingsbevel, dat de officier van justitie meebracht, stonden geen hardere feiten. Als rechtvaardiging voor het vastzetten van Big Willem werd gebruik gemaakt van citaten uit de gelekte CIE-informatie zoals die gepresenteerd werden door het NOS Journaal en Het Parool. Big Willem werd, met andere woorden, gearresteerd op basis van een nieuwsitem, opgelezen door Sascha de Boer, en een gekopieerd krantenartikel. De gevallen Angel-president leek dus vooral voor zijn eigen veiligheid van straat geplukt. Geruchten over een mogelijk te sluiten deal als kroongetuige tegen de Hells Angels als ‘criminele organisatie’ deden daardoor al snel de ronde.
Afgelopen maandag werd Big Willem vrijgelaten, al is hij geen verdachte af. ‘In tegenstelling tot wat wordt gedacht, is hij opgelucht,’ vertelt zijn nieuwe raadsman Marcel van Gessel. ‘Zelf kun je dit soort vervelende verhalen die over je de ronde doen toch het beste uitleggen.’
Volgens Vincent Kraal, de raadsman van de Amsterdamse Angels, hoefde Big Willem niet voor een voortijdig einde te vrezen omdat hij voor zijn vroegere clubgenoten al dood is. Toch is Big Willem zijn leven niet zeker, want het Amsterdamse chapter maakt niet wereldwijd de dienst uit. Volgens bronnen bij het onderzoek zouden recent twee Amerikaanse Hells Angels van de Filthy Few op Schiphol zijn geland. Zij worden op dit moment door de politie gevolgd.
Het is dus niet uitgesloten dat Big Willem alsnog eieren voor zijn geld kiest en zal getuigen in ruil voor een getuigenbeschermingsregeling. Bij het OM kruisen ze de vingers.
Je reactie wordt geplaatst zodra deze is goedgekeurd. Je reactie is geplaatst.