Carel Peeters over de geboortejaren van de democratie en de vrije meningsuiting in Nederland.

Ze heetten Pieter ’t Hoen, Wybo Fijntje, Gerrit Paape, Rijklof Michael van Goens, Johannes Kinker, Paulus van Hemert of Pieter van Woensel.

En ze waren de eerste intellectuelen van Nederland, ook al bestond het woord intellectueel nog niet toen ze hun boeken schreven en hun vele tijdschriften tussen 1780 en 1800 vulden. Ze zorgden voor wat nu een ‘ongekend opwindende tijd’ wordt genoemd.

Het heeft lang geduurd, zo’n honderd vijftig jaar, voor deze periode in de Nederlandse geschiedenis op waarde werd geschat. De reden: de meeste van deze intellectuelen waren ook patriotten en werden na de ondergang van hun Bataafse Republiek rond 1800 door orangisten gezien als een soort landverraders. Maar nu worden ze erkend als de grondleggers van onze huidige democratie. Al vóór de Franse Revolutie waren het ‘zelfdenkers’.

Ze keerden zich tegen stadhouder Willem V, tegen zijn...