Elke cultuur en elke tijd kent zijn eigen Sherlock Holmes, maar er is een constante: de wonderlijke kennis van een speurder die ziet wat jij niet ziet. Arthur Conan Doyle baseerde zijn Sherlock op een arts die er eigenaardige methodes op nahield.

De student voerde de patiënt een met gaslampen verlicht amfitheater binnen. Een leergierig groepje van de Universiteit van Edinburgh had zich er verzameld rond hun professor. Edinburgh, aan het eind van de negentiende eeuw, was een goede plek voor ambitieuze artsen die afwilden van kwakzalverij en het eeuwige trial & error. Ze wilden onderzoeken, rationeel beargumenteren. Daarom volgden de studenten colleges bij Dr Joseph Bell, een docent met een goede reputatie.

De patiënt stond nu tegenover Dr Bell. Hij toonde respect maar geen onderdanigheid, zette zijn hoed niet af en legde zijn probleem uit met een Schots accent. Hij had last van wat in zijn ogen op een beginnende elefantiasis leek.

Dr Bell vroeg de man niks. Studenten die vanuit...