Op mijn bureaublad prijkt een icoon van een Texas Longhorn-schedel en daaronder de tekst: ‘Vegetarian’ is an old Indian word for bad hunter. Nu heb ik natuurlijk niets tegen vegetariërs. Ik ken er zelfs eentje. Vegetariërs zijn al lang geen geitenwollen hippies meer, maar een groeiende groep kritische, bewuste, hippe, jonge mensen. Dan vind ik zo’n geintje wel weer kunnen.

Geen, of in elk geval minder, vlees eten vind ik een onaantrekkelijk maar nobel streven. Vleesvervangers vind ik echter maar raar. Van die ondefinieerbare smakeloze blokjes eiwit. Er zijn legio mogelijkheden om culinair te eten zonder vlees. Doe dan gewoon heel af en toe de real deal, zou ik zeggen. Dat valt uiteindelijk niet te evenaren. Toch?

Boterham met beenmerg

Nu bestaat er al enige jaren flink wat commotie rondom de Vegetarische Slager, een Nederlands bedrijf dat vleesvervangers maakt die ‘niet van echt te onderscheiden zijn’, zo wordt er gezegd en geschreven. Zelfs de grote Ferran Adrià van...