Wie heeft verzonnen om chocola te maken met een boon die zo van de boom niet te vreten is?

Goede chocolade kun je horen. Of het nu een dikke reep is of een flinterdun laagje rondom een ganache-bonbon. Chocolade moet ‘klik’ zeggen. Een elegant tikje, kort, zuiver, gedecideerd. Alleen dan heeft hij ook die mooie glans.

Die glans en dat klikje zijn de tekenen van een dicht netwerk aan stabiele cacaoboterkristallen. En die krijg je alleen door chocolade te tempereren: hem zorgvuldig af te laten koelen en weer te verwarmen tot een bepaalde temperatuur alvorens hem te laten stollen in zijn uiteindelijke vorm.

Chocolade is alomtegenwoordig, zeker nu de feestdagen eraan komen. Het is bizar hoeveel bewerkingen eraan vooraf moeten gaan om tot zo’n banaal stukje chocolade te komen. Eerst moeten de peulen fermenteren, dan worden de bonen gedroogd, dan geroosterd, dan gemalen, dan moeten ze drie dagen gewalst worden met suiker en extra boter en dan nog is het niet klaar. Dan moet het...