drie jaar geleden was op de eerste editie van het Food Film Festival de klassieke voedseldocumentaire The end of the line te zien. Het is een aangrijpende film, die een grimmig beeld schetst van de toekomst van de visserij. We zien grafieken voorbij flitsen van de ene na de andere vissoort die wij graag eten waarvan de bestanden sinds 1950 zijn gekelderd. ‘In the next forty to fifty years it’s ­crisis, it’s crash, it’s do something about it!’ maant Charles Clover, schrijver van het gelijknamige boek waarop de film gebaseerd is.

Tussendoor zien we vooral beelden van gulzige vissers die met hun netten in de straat van Gibraltar liggen te wachten tot de enorme blauwvintonijnen er op hun vaste trektocht met open ogen inzwemmen. We zien hoe ze haken in het vlees van de levende vissen slaan en daaraan met vier man zo’n prachtig beest het dek op trekken. Bloed spat op in slowmotion, terwijl de muziek aanzwelt en de vissers juichen. We zien hoe haaien met dolken worden gedood...