Beschouwing / Van Goghs zinderende brieven

Er is echt een tijd geweest dat het werk van Vincent van Gogh nog felle weerstand opriep. Terwijl hij al door menige criticus, kunsthandelaar en collega-schilder in Duitsland en Frankrijk was erkend als een uitzonderlijk talent, schreef de Nederlandse dichter, criticus en socialist C.S. Adema van Scheltema in 1907 nog: ‘Hij heeft mensen geschilderd als krankzinnige dieren, met alles, alles op het gelaat dat van de duivel is, en waarbij tranen ons in de ogen springen van woede over wie dát heeft durven doen; hij heeft aardappels en schoenen geschilderd, die krenken om de dierlijke, onbehouwen, onmenselijke hartstocht, waarmee ze werden aanschouwd en geschilderd, op een manier, zo grenzeloos hoogmoedig, alsof hij ze zelf had geschapen; hij heeft bloeiende bomen geschilderd, waarvan iedere bloesem onze ziel beledigt, om het beestachtige egoïsme, waarmee hij ze heeft aangezien.’

De discussie was in Nederland al meteen in het jaar van Van...