Tussen de vele mannelijke schilders van stillevens in het begin van de zeventiende eeuw in de Nederlanden bevond zich maar één vrouw: Clara Peeters. Wie zij was, weten we nauwelijks. De eerste tentoonstelling met haar werk moet daar verandering in aanbrengen.

De zorgvuldige nonchalance waarmee de zeventiende eeuwse Zuid-Nederlandse schilderes Clara Peeters (+/- 1588/90 – na 1621) de voorwerpen op haar stillevens groepeerde, drukt precies uit wat ze wilde suggereren: ik heb alles volledig onder controle, maar juist daardoor kan ik wat ongeregelds toelaten. Op het eerste schilderij uit 1611 op de tentoonstelling van vijftien van haar schilderijen in het Rockoxhuis in Antwerpen is een hap genomen van een van de krakelingen. Hij maakt een geamputeerde indruk tussen de deftigheid van de witte schaal met amandelen, de vergulde beker, het gedroogde fruit, het Venetiaanse glas, het snoepgoed en de tinnen kan. Het moest van Peeters niet al te perfect.

De enigszins robuuste tinnen kan...