Christina Boyer zit in de Pulaski vrouwengevangenis in de Amerikaanse staat Georgia. Toen ze 22 was, werd ze (toen nog onder de naam Tina Resch) gearresteerd, samen met haar kersverse vriendje David Herrin, op beschuldiging van moord op haar driejarige dochtertje Amber.

Rond het middaguur van 14 april 1992 verliet Christina Davids trailer, waar ze met Amber logeerde, in zijn auto. Toen ze zes uur later terugkwam, stond David haar in ontreddering buiten op te wachten: ‘Ik krijg Amber niet wakker!’

Volgens het autopsierapport was ze overleden door zware klappen op haar hoofd en beschadiging van haar alvleesklier.

Ze raceten naar het ziekenhuis in het nabije Carrollton, maar tevergeefs: een uur later werd het meisje dood verklaard. Volgens het autopsierapport was ze overleden door zware klappen op haar hoofd en beschadiging van haar alvleesklier. Ook de term shaken baby syndrome viel.

doodstraf
Christina Boyer met haar dochter Amber, 1991. Foto: privéarchief Christina Boyer
Weggezet als een heks

Tweeënhalf jaar lang zat Christina Boyer in voorarrest, rouwend om haar kind en bang voor wat komen ging. In de media was ze weggezet als een heks en een ontaarde moeder (zie ook het boek Unleashed: Of Poltergeists and Murder: The Curious Story of Tina Resch van William Roll); medegevangenen verscheurden haar foto’s van Amber en spoelden de snippers door de WC, en de kans op een eerlijke jury leek miniem.

In tweeënhalf jaar zag ze haar door de rechtbank toegewezen pro-Deoadvocaat Jimmy Berry welgeteld drie keer.

In die hele periode zag ze haar door de rechtbank toegewezen pro-Deoadvocaat Jimmy Berry welgeteld drie keer. Door de weinig gemotiveerde indruk die hij maakte, nam haar angst voor een veroordeling alleen maar toe.

Christina stond toch al niet erg stevig in haar schoenen. Ze was als kind van tien maanden afgestaan door haar moeder en onder de naam Tina Resch geadopteerd door een pleeggezin in Columbus, Ohio. Al jong op de vlucht voor de veelvuldige conflicten met haar pleegouders en naar eigen zeggen misbruikt door haar stiefbroer, stortte ze zich overhaast in een huwelijk. Haar man bleek gewelddadig en mishandelde haar. Om aan hem te ontsnappen, vertrok ze met Amber per bus naar een kennis, een professor in de parapsychologie die duizend kilometer zuidelijk woonde, in het plaatsje Carrollton op het oerconservatieve platteland van Georgia.

Bij het derde bezoek van advocaat Berry, na zo’n dertig maanden, verbijsterde hij Christina met zijn melding dat de doodstraf de meest waarschijnlijke uitkomst zou zijn. Hij bood haar één kans om die te ontlopen: een Alford Plea. Dat is een zelden gebruikt en nogal bizar compromis waarbij de verdachte haar of zijn onschuld staande mag houden, maar de straf accepteert. Als zij daarmee niet akkoord ging, zou Berry zich terugtrekken.

Panisch vanwege de dreiging van executie en flink onder de antipsychotica, stemde ze in. De rechter veroordeelde haar vervolgens tot levenslang plus twintig jaar voor moord vanwege het niet zoeken van medische hulp voor Amber en voor zware mishandeling door verminking van Ambers alvleesklier.

Overtuigd van haar onschuld

Ik had een korte ontmoeting met Christina Boyer in 2013, toen het Department of Corrections mij na anderhalf jaar soebatten eindelijk toegang gaf tot een aantal gevangenissen in Georgia, waaronder de vrouwengevangenis. In een geïmproviseerde studio portretteerde ik daar tientallen vrouwelijke gevangenen.

Tijdens de maanden daarna ging ik, op basis van de paar vragen die ik hun had mogen stellen, op zoek naar wat ik op internet over hun vond. Als een van de laatsten kwam Christina aan de beurt, en hoe meer ik las, hoe meer ik overtuigd raakte van haar onschuld.

Tijdens de rechtszaak tegen haar vriendje David, enkele maanden nadat zij de Alford plea had geaccepteerd en haar zaak dus was afgehandeld, waren diverse voor Christina ontlastende zaken aan het licht gekomen. Autopsie-arts Steven Dunton getuigde onder ede dat de gevolgen van de klappen tegen Ambers hoofd zich vrijwel direct gemanifesteerd zouden hebben. Aangezien David getuigde dat Amber eerst urenlang vrolijk had gespeeld en gegeten en in normale doen had geleken tot kort voor Christina’s terugkeer, ligt de conclusie voor de hand dat áls er klappen gevallen waren, dat tijdens Christina’s afwezigheid moest zijn geweest. En niemand in de rechtszaal leek te bestrijden dat Christina meteen bij thuiskomst naar het ziekenhuis was gesneld. Verder getuigde Dunton dat de wonden aan de alvleesklier – in tegenstelling tot zijn aanvankelijke rapport – bepaald niet dodelijk waren geweest en waarschijnlijk vanzelf genezen zouden zijn.

Mijn nadere onderzoek bij Nederlandse specialisten als patholoog Frank van de Goot en neurochirurg Guus Beute versterkte mijn indruk: Christina kon de dodelijke verwondingen helemaal niet hebben toegebracht en ze was meteen na constatering in vliegende vaart naar het ziekenhuis gereden.

Juridisch wangedrag

Inmiddels zijn we 26 jaar verder. David, veroordeeld voor kindermishandeling, is in 2011 vrijgelaten. Christina zit nog steeds vast. Nog altijd ontkent ze het misdrijf te hebben gepleegd, maar zolang ze geen berouw toont, is de kans op parole (voorwaardelijke vervroegde vrijlating) heel klein. Ze lijdt regelmatig aan depressies en zit vol schuldgevoel. Rond de laatste Kerst poogde ze haar hals door te snijden. In een e-mail aan mij schreef ze: ‘Amber was my daughter and it was my responsibility to keep her safe. I go over and over those last days, in my waking hours and sleeping ones, and wish I could just do things differently.’

De geschiedenis van Christina Boyer geeft een indruk van wat er zoal gruwelijk mis kan gaan in het Amerikaanse strafrechtsysteem.

De geschiedenis van Christina Boyer geeft een indruk van wat er zoal gruwelijk mis kan gaan in het Amerikaanse strafrechtsysteem – zeker als het minvermogenden betreft. En hoe dieper ik in de zaak dook, hoe troebeler het water werd. Na de slechte ervaring met haar eerste advocaat zocht Christina voor een Habeas-poging – waarin ze de wettelijkheid van haar detentie aanvecht – een nieuwe raadsman, Philip Carr. Maar die poging liep spaak toen deze Carr zelf werd aangeklaagd en tot 25 jaar veroordeeld voor kindermishandeling en verkrachting. Tot overmaat van ramp stierf een derde, van haar onschuld overtuigde en onbetaald voor haar werkende advocaat al snel aan een hartaanval.

De deskundigheid van autopsiearts Dunton kwam ter discussie te staan toen zijn diagnose van shaken baby syndrome als doodsoorzaak van een andere peuter in 2001 werd afgeschoten door de chief medical examiner for the state of Georgia. Een tweede in de zaak tegen Christina geconsulteerde patholoog, Dr. Joseph Burton, is onlangs aangeklaagd vanwege het illegaal verstrekken van opiaten in ruil voor seksuele diensten. De arts die de terneergeslagen Christina ten onrechte antipsychotica voorschreef, Dr. Philippe C. Astin III, is in 2009 tot tien jaar veroordeeld vanwege het illegaal verstrekken van medicijnen. De rechter die Christina veroordeelde tenslotte trad af in 2012 toen er een onderzoek naar zijn juridische wangedrag op gang kwam.

Publieke druk

Het is bitter dat Christina Boyer mogelijk betere kansen op vrijlating had gehad als zij wél tot de doodstraf was veroordeeld: in Georgia (en ook in andere staten) zijn er verschillende organisaties die zich inzetten voor de vele onschuldigen op Death Row. Maar die hebben het zo druk dat levenslang of langdurig onschuldig gestraften aan hun lot worden overgelaten – tenzij hun onschuld met nieuw DNA-onderzoek aan te tonen is.

Binnenkort vertrek ik opnieuw naar Georgia voor verdere pogingen om Christina’s zaak vlot te trekken. Allereerst zoek ik naar juridische wegen door samenwerking met een post-conviction advocaat.

Verder probeer ik publieke druk op te bouwen door een coalitie van academici, kunstenaars en media te organiseren. Ik heb verkennende gesprekken gehad met de producent van een succesvolle podcast (The Atlanta Monster, met 30 miljoen downloads) en met mensen in de filmindustrie (die dankzij gehaaide belastingmaatregelen deels tot verhuizing van Hollywood naar Atlanta is verleid). Een plaatselijk tijdschrift en de lokale radio interviewden mij. De gelouwerde journaliste Lauren Markham is in onderhandeling met landelijk bladen over een groot artikel over Christina, en een theatermaakster zoekt acteurs in Atlanta om zelf een stuk over haar te schrijven en op te voeren.

Verder reageerde de grootste universiteit van de staat Georgia gretig: op 23 oktober zal ik een presentatie houden voor de rechtenfaculteit van de Georgia State University, als opmaat naar de bestudering van de zaak-Boyer door de studenten.

Misschien nog veelbelovender is de respons van een van ’s lands topuniversiteiten, Georgetown University in Washington D.C. Rechtenprofessor Marc Morjé Howard en zijn assistent Martin Tankleff – die zelf zeventien jaar onschuldig vast zat – geven leiding aan een ‘vrijspraakklas’. De studenten zullen zich voorjaar 2019 buigen over Christina’s zaak, en hun onderzoek zal het tweede seizoen van een zesdelige tv-serie worden.

Intussen kreeg ik op 1 oktober, twee dagen na Ambers virtuele dertigste verjaardag, het bericht dat de parole board Christina’s verzoek om voorwaardelijke invrijheidsstelling opnieuw heeft afgewezen: ‘Gegeven de ernst van uw misdrijf heeft u nog niet voldoende tijd gezeten.’ Zij zelf had de brief nog niet ontvangen en kreeg het nieuws telefonisch van mij. Haar hartverscheurende huilbui werd na vijf minuten afgebroken door een computerstem die mij bedankte voor het gesprek.

Over de auteur

Jan Banning (1954) is kunstenaar/fotograaf. Delen van Law&Order zijn gepubliceerd in o.a. Vrij Nederland. Vorige week brachten we zijn verhaal over Susan Kigula, een ter dood veroordeelde Oegandese die erin slaagde het rechtssysteem van haar land te veranderen, en vanavond in het kader van de Europese Dag tegen de Doodstraf een lezing houdt in Utrecht.

De doodstraf in de VS

31 van de 50 Amerikaanse staten plus de federale overheid en het leger kennen nog de doodstraf. In 2016 hebben acht staten – waaronder Georgia –daadwerkelijk executies doorgevoerd. Gemiddeld zitten veroordeelden vijftien jaar op Death Row.