Een van de vrienden die de dichter Chris J. van Geel (1917-1974) stimuleerde om zijn ‘heldere wartaal’ te blijven schrijven was Judith Herzberg, zo blijkt uit hun brieven.

‘Kunstwerken’, schreef Rainer Maria Rilke in 1903 aan de jonge dichter Franz Xaver Kampus, ‘zijn van een eindeloze eenzaamheid, voor niets zo weinig toegankelijk dan als voor kritiek. Alleen liefde kan ze begrijpen en vasthouden en rechtvaardig tegen ze zijn.’ Het is heel begrijpelijk dat zo tegen kunstwerken en zeker poëzie wordt aangekeken, maar er zijn kunstenaars die er heel anders over denken. Zoals de dichter Chris van Geel. Hij had een hele schare vrienden, door hem ‘betuttelaars’ genoemd, die vrijmoedig kritiek en commentaar op zijn gedichten mochten geven. ‘Als je jezelf wantrouwt – en wie doet dat niet – moet de critiek van anderen je talent aanvullen’, schreef hij in 1962 aan Judith Herzberg. De geschiedenis ‘is vol van beste dichters dankzij raadgevers.’

Er zouden...