Iedereen die zich in het werk van Spinoza (1632-1675) begeeft wordt uitgedaagd over zo ongeveer alle filosofische hete hangijzers na te denken. Nu was het de beurt aan de socioloog Kees Schuyt.

Erg complimenteus is Spinoza niet, als hij het over de mens en zijn eigenschappen heeft. Wij mensen zijn ‘slechts als golven van de zee, door tegengestelde winden voortgezweept, ronddobberend en onwetend over de afloop en ons noodlot.’ Die tegengestelde winden worden veroorzaakt door de emoties, waar we een ‘slaaf’ van zijn en die we maar moeilijk in bedwang kunnen houden omdat het ons maar niet lukt om er de adequate kennis van te krijgen.

Wanneer Spinoza het over de mens in het algemeen heeft is zijn toon er niet een waar je gretig je oor bij legt. Omdat de mensen ‘jammerlijk heen en weer geslingerd worden tussen hoop en vrees’ zijn ze sterk geneigd om aan alles maar geloof te hechten. Wanneer ze even niet tussen die hoop en vrees aan het slingeren zijn lopen ze al gauw weer...