Een trouwe mandarijn

Met de dood van de Engelse historicus Eric Hobsbawm duikt weer een oud raadsel op waar tot nog toe geen bevredigende oplossing voor is gevonden: hoe is het mogelijk dat een intelligent iemand als Hobsbawm zijn hele leven (hij werd vijfennegentig) een overtuigd communist is geweest? Een paar jaar geleden zei hij nog dat hij ‘de droom van de Oktoberrevolutie’ altijd bij zich droeg. Tot de Partij werd opgeheven, hield hij zich tientallen jaren trouw aan de partijlijn. In zijn autobiografie Interesting Times schrijft hij wat dat vanaf het begin inhield. In 1932 was hij vijftien, lid van de Partij en woonde hij in Berlijn. De richtlijn van de Partij was dat de communisten zich samen met de nazi’s tegen de sociaal-democraten moesten keren. Daar deed hij aan mee (‘Als de Partij had bevolen dat je je geliefde of vrouw moest verlaten, dan deed je dat’). Van de showprocessen in Moskou tegen vermeende dissidenten werd hij niet warm of koud. In 1939 betekende het...