Aristoteles revisited

Bij de dertig karakters die Aristo­te­les’ belangrijkste leerling Theo­phras­tus (ca. 370 v. Chr.) in zijn gelijknamige boekje beschreef, zit er niet één waarmee je op stap zou willen. Hij begint met de veinzer en vervolgt met de vleier, waarna hij onverdroten verder gaat met de bijgelovige, de kankeraar, de opschepper, de kwaadspreker, de lafaard, de cententeller en de ijdeltuit. In zijn Ethica heeft Aristoteles het zelf over de ‘vrijgevige mens’, de ‘dappere mens’ en zelfs de ‘fiere mens’ – daarmee zou je wél gezien willen worden.

In Aristoteles’ behandeling van het menselijke karakter ligt de nadruk op het ontwikkelen van ‘voortreffelijkheid’, ‘filosofisch inzicht’ en ‘verstandigheid’. Die drie zouden kunnen leiden tot een karakter en een ‘houding’ die ervoor zorgt dat je niet tot de collectie van Theo­phras­tus gaat behoren.

Dat kon toen, maar nu maakt het vormen van karakter een ouderwetse indruk. Een leraar op...