Kunst en ambacht

Bij ambachtelijkheid in de kunst denk je als eerste aan de arts-and-craftsbeweging van William Morris aan het einde van de negentiende eeuw. Dat was toegepaste kunst. Er werden tapijten ontworpen, meubels ge-maakt, glas-in-lood, aardewerk, behang en ijzersmeedwerk. Hier werd met de handen gewerkt. Toch hoeft dat nog niet tot aantrekkelijke kunst te leiden; dit ambachtelijke handwerk kan bij mindere talenten heel middelmatig uitpakken, al was dat bij Morris niet het geval. Om tot kunst te worden, is het zaak dat het handwerk bezield wordt met het waarmerk van de kunstenaar, met zijn stijl of met zijn handschrift.

Volgens Cornel Bierens in De handgezaagde ziel, zijn essay voor het Mondriaan Fonds, wordt de eenentwintigste eeuw een gouden tijd voor de ambachtelijkheid omdat de ideeën- en theorieënkunst zijn langste tijd heeft gehad. Voor begrip zal de kunst niet meer zo afhankelijk zijn van het erbij vertelde verhaal of de filosofie. Het conceptualisme, dat zijn...