Pedanterie van de ziel

t

oen in 1978 het feit werd herdacht dat de Zwitserse schrijver Robert Walser (1878-1956) honderd jaar eerder in Biel werd geboren, lazen schrijvers die hem bewonderden voor uit zijn werk: Thomas Bernhard, Hans Magnus Enzensberger, Peter Handke en Wolfgang Koeppen kozen een van zijn korte verhalen, waarvan hij er zo’n duizend had geschreven. Ook al leidde Walser een moeizaam schrijversleven en schreef hij de laatste drieëntwintig jaar helemaal niets meer in de inrichting waarin hij verbleef, aan gerenommeerde bewonderaars had hij geen gebrek: Kafka, Hermann Hesse, Kurt Tucholsky, Hugo von Hofmannsthal en Walter Benjamin. Wat zagen zij in hem?

Robert Walser is de schrijver van Fritz Kocher z’n opstellen (vertaald door Jeroen Brouwers), een boek met ‘opstellen’ van een zogenaamd jong gestorven ‘zeer wijze en zeer dwaze’ scholier. In dit debuut uit 1904 is een brave burgerjongen aan het woord, maar wel zo waanwijs braaf dat het niet serieus kan...