Hoeveel er ook kon worden ingebracht tegen De canon van Nederland, de vijftig historische gebeurtenissen waarvan de commis­sie-Van Oostrom vond dat men ervan op de hoogte moet zijn, het was een zinnige en prikkelende keuze. Heel geschikt om de weggezakte belangstelling voor geschiedenis weer naar de oppervlakte te woelen.

Dat is dan ook gebeurd. En meer. Er is zelf een epidemie uitgebroken. We hebben nu de Canon van de filosofie, de Histo­rische canon van Lei­den, de Haag­se canon, de Bèta­canon, de Ca­non van het Noor­den, de Ca­non van Am­ster­dam, de Ca­non van de ambtenaar en zelfs Kom­rij’s canon. Vooral die laatste is leerzaam. Als Kom­rij met een canon komt, dan hebben we inderdaad met een virus te maken. Wat vroeger Kom­rij’s favorieten zou hebben geheten, of Kom­rij’s keuze, wordt nu losjes omhangen met de mantel van het canonieke.

Er is een enorme behoefte aan canons. Er is dus een enorme behoefte aan zekerheid. En dat al lang voor het uitbreken...