25-09-2004
Door Lucette ter Borg

De beelden van het gijzelingsdrama in Beslan wekten woede en afgrijzen. Waarom reageren wij zo verontwaardigd als de dood wordt afgebeeld zoals hij werkelijk is? ‘Iedereen kan zich voorstellen wat daar is gebeurd. Met mijn voorstellingsvermogenis niets mis.’

Wandrek, basketbalnet, gymzaal. Halfnaakte kinderen op de vloer, bij volwassenen op schoot. Een camera, steels te voorschijn gehaald, stiekem ingeschakeld. Er is haast. Geen tijd voor details. Geen tijd voor de gezichtsuitdrukking van Lara of Masja, Petja of Sasja. Gauw een globale indruk.

Dit is geen plek voor ringzwaaien en apekooien – al staat er dat wandrek. Dit is geen teach-inn uit de seventies – al schurkt iedereen dicht tegen elkaar aan en zijn de gezichten dezelfde kant op gericht. Dit is Beslan, tot vorige maand een slaperig provinciestadje in een voormalige sovjetrepubliek.

De video-opname toont de gymzaal van School nr. 1. Aan een ragfijne draad, die van het wandrek naar het...