Feuilleton

Straks gaat het beginnen, denkt Betty. Ze weet niet eens waarom – de kranten schrijven al de hele week alleen maar over wat voorbij is: torens, terroristen, trauma’s. Overal die foto van de vallende man. Ze leest Falling Man, de 9/11-roman van Don DeLillo: ‘These are the days after. Everything now is measured by after.’

En wanneer begint ‘after’? Alleen achteraf weet je wanneer iets is begonnen. Zoals je het begin van een liefde later in een verhaal giet: ‘Als ik niet toen… dan… En toen deed hij…’, ‘En ik zei…’ De oude Grieken hadden gelijk: we leven met ons gezicht naar het verleden en de rug naar de toekomst. Zoals je in een bootje zit, achteruit roeiend.

Betty kijkt uit het raam. Een gezin in regenponcho’s met ‘I Amster­dam’ op de rug staart verbijsterd naar een etalage vol waterpijpen. Een vrouw in een King Louie-jurk, lege kinderbakfiets aan de hand, schuilt bij de bloemenkraam. Een eenzame man rookt een sigaret op het terras, droog onder...