Netwerken, denkt Betty, ik moet netwerken. Ze luistert naar de inhuurpianist, die al een half uur bizarre variaties op ‘The shadow of your smile’ speelt, en staart naar de hoofdredacteur van de krant, die dapper op de nieuwjaarsreceptie blijft, als een brave kapitein op zijn zinkende schip. Om de moed erin te houden draagt hij een woest met oranje en groene slierten gedessineerde das, als een vloeistofdia. ‘Die fleurt je pak zo leuk op,’ heeft zijn vrouw gezegd. Vond hij ook. Of hij heeft haar niet durven tegenspreken. Ze koopt vast ook zijn onderbroeken. Nee! Niet aan denken. Netwerken.

Betty staat met haar rug tegen de muur. Ze houdt niet van nieuwjaarsrecepties. Je wordt geacht je losjes tussen de mensen te begeven, contact te leggen, gesprekjes van drie minuten te houden, visitekaartjes af te geven. Fuck, vergeten mee te nemen. Liever verschuilt ze zich achter een potpalm en kijkt ze hoeveel variaties ze kan ontdekken in nieuwjaarsreceptiemanieren.

De hand. De drie zoenen in de...