Feuilleton

Jongens, denkt Betty. Aardige jongens?

Ze staat voor een levensgrote foto van Joel Sternfeld in FOAM: Summer Interns Having Lunch. Wall Street, augustus 1987. Twee jongens zitten op de stoep van een beurs- of bankgebouw. Hoe oud zullen ze zijn, vijftien, zestien, zeventien, ze dragen een pak dat te volwassen voor ze is, met bretels en stropdas, ze hebben hun jasje uitgetrokken, de rechter heeft een half opgegeten hotdog in zijn hand – jongens, nog, misschien zelfs aardige jongens, al is dat niet te zien. In hun ogen al de blik van de man die ze zullen worden: serieus, hard, arrogant, vermoeid – met daarachter het vermoeden van angst.

Bij David thuis, in een zilveren lijst in de vensterbank, staat een jeugdfoto van hem. Jaar of vijftien, achter de piano, ook in zo’n te ouwelijk pak, en David kijkt precies zo in de camera als deze jongens. Aandoenlijk. Angstig. Beangstigend.

Als Betty aan David denkt, ziet ze altijd een glimp van dit kind in hem. Diep in de charmante,...