Feuilleton

n haar ooghoek ziet Betty Het Ding. Ze kijkt weg, door het raam. Het is er nog niet. Nog even niet. Ze sluit haar ogen. Kwinkelerende vogeltjes. Op haar netvlies de reflectie van een waasje groen op haar dakterras. In haar hoofd is het lente, wordt het zomer. Ze trekt bloesem in bloei, en een veld vol klaprozen, ze is Monet die een bloemenwei schildert. Nog even.

De telefoon gaat.

Buiten miezert het. Ze rilt in haar coltrui. De struikachtige dingen blijven stakerige takken zonder bloemen. De groene waas is het begin van moordend, woekerend zevenblad. Ze zou er eigenlijk eens iets aan moeten doen, maar wat? Rode vingers, ik heb rode vingers.

Ze neemt op. ‘Jonas!’

‘Zou je iets voor me willen doen?’

Ha, een reclameopdrachtje.

‘Zou ik morgenochtend Storm en Vlinder een uurtje bij je kunnen stallen? Ik moet naar een bespreking bij jou in de buurt, en Roos geeft een workshop Honden Spiegelen op de hei en de au pair moet uitgerekend op die tijd naar een cursus...