Feuilleton

Floor wankelt op haar hoge Marc Jacobs-pumps. ‘Oké,’ zegt ze. ‘Actie.’ Met een zwaai ramt ze de voorhamer op de muur. Betty springt opzij. Floor grijnst. ‘Zo, dat lucht op.’ Nonchalant geeft ze de hamer terug aan de knul die bedremmeld in de hoek van de keuken staat – een Pool met een lome oogopslag en bizar grote spierballen voor zijn leptosome bouw, een puber die in de coffeeshop vanmorgen per ongeluk een blikje superspinazie heeft gerookt.

‘Thanks, man,’ zegt ze. ‘You do the rest. En no rommel, straks.

Everything clean. You’ll be ready when I come back.’

‘Yes. Of course.’ Hij kijkt dociel naar de grond. Floor klopt het stof van haar Dolce & Gabbana-jurkje. ‘Kom op, Betty, we gaan.’

Schuldig kijkt Betty om. Oude socialistische reflex. Ze is de enige die gegeneerd is, de Poolse Popeye vertrekt geen spier.

‘Kom je nou? Ik ben toe aan een wijntje. ’t Is vijf voor één.’

‘We moeten iets eten,’ zegt Floor. ‘Maar eerst nog een sigaret. En nog een glas.’ Het is koud op...