Feuilleton

De Lente van Vivaldi heeft nog nooit zo mooi geklonken. Diep tevreden laat Betty haar hand rusten op haar Mary Poppins-tas, zoals David hem altijd spottend noemt, het reusachtige ding dat ze altijd met zich meesleept vol spullen voor-het-geval-dat: paspoort, laptop, telefoon, elastiekjes, roman, een dichtbundel, twee notitieboekjes, make-uptasje, talloze pennen, vulpotlood van haar vader, usb-stick met back-up van de laptop (dat moet in een ‘cloud’ tegenwoordig, ze weet het), paraplu, portemonnee, zonnebril, haarborstel, zakmes met nutteloze functies, Chinees rood gevlochten koordje met een belletje (brengt geluk), agenda, en nog tientallen dingen in de composthoop onderin, altijd handig voor-het-geval-dat.

Dat dit, bijvoorbeeld.

Terwijl Ruben er nog was, was er niets gebeurd. Een voorbijganger die naar binnen keek, had gedacht: een doorsnee gezin. Stroeve vader en weerbarstige puberzoon in gesprek, zorgzame moeder opruimend in de slaapkamer.

Na een half uur was Ruben...