Feuilleton

David staat op het dek van zijn woonboot. Hij rookt. Hij koestert zijn gezicht in de zon. Hij waant zich onbespied. Onbespied door haar, niet door de rest van de wereld. Anders zou hij daar niet zo Humphrey Bogart-achtig die sigaret tussen zijn vingers houden, denkt Betty, niet zo overdreven langzaam de rook uitblazen.

Het is de oude David: de man in control. En toch ook weer niet.

Sinds ze doodleuk de deur uitliep toen zijn verzwegen puberzoon als een soap-cliffhanger zijn huis was komen binnenlopen, zijn er ruim twee maanden verstreken. Eigenlijk, ziet Betty, is hij een beetje op z’n zoon gaan lijken. Zijn haar is langer, hij strijkt zelfs net zo achteloos een lok uit zijn gezicht, nu. Hij lijkt jonger. En vooral: er zit iets waarachtigs in zijn relaxte pose, iets werkelijk zorgeloos.

Zijn mobiel gaat. Hij neemt ‘m op, begint te praten, lacht hardop.

Nou ja! Betty hipt van haar ene been op haar andere. Daar staat ze, verdekt opgesteld, met haar fiets in de hand, ze...