Feuilleton

Anna is in haar element. Meedoen aan de rommelmarkt was haar idee, ze heeft dit vaker gedaan, dit is haar dorp, zij heeft de regie. Maar Betty weet het niet. Eergisteren klonken Anna’s aansporingen nog zo aantrekkelijk: ‘Opruimen, dames. Alle ballast overboord. Een opgeruimd huis is een opgeruimd hoofd. Je moet ruimte creëren voor nieuwe dingen, je moet loslaten.’ Betty had visioenen gekregen van een leeg, zen-achtig huis, een kalm, overzichtelijk leven. Maar een middag opruimen heeft slechts één doos met dingen opgeleverd waar ze vanaf wou, en een hoofd vol losgewoelde herinneringen. Voor haar in het gras ligt de oogst. Cadeautjes van ex Wouter (een buikspiertrainer van Telsell, een lelijke kan, een ring met roze glittersteentjes). Nutteloze keukendingen (de sapcentrifuge, de ijsmachine, de eiersnijder, de appelboor, het meloenbolletjesuitsteekding, het dingetje waarvan ze niet meer weet waar het zo handig voor was, en zeven flesjes olijfolie, wanhoopsgeschenken van...