Feuilleton

De avond is warm. Na een verregende en verwaaide zomer heeft vandaag een hysterisch uitbundige zon de terrassen op het plein bij Betty’s huis overspoeld, een feestelijk dessert waarmee de kok na een smakeloze maaltijd alsnog zijn klanten in het restaurant paait. Nu kleurt de lucht roze als op een Willem de Kooning.

Met de weekendkrant is Betty op een terras neergestreken. Ze heeft een glas rosé besteld. Ze draagt haar mooiste zomerjurk, haar hoogste hakken. Ze kijkt. Iedereen is vrolijk, iedereen praat met elkaar of doet drukke dingen op een smartphone, of alles tegelijk.

Ze stelt zich voor dat ze die vrouw verderop aan een tafeltje is, die zal niet veel ouder zijn dan zij, zevenenveertig of daaromtrent, zij zit daar wat gespannen met een blik die ze in de spiegel heeft geoefend, zij wacht duidelijk op een man, ja, daar is hij, een mooie man in een licht pak zonder das, ze zoent hem, niet al te intiem, ze hebben geen relatie, nog niet, of nee, niet meer, ze zijn goede...