Feuilleton

Betty houdt haar hoofd scheef. ‘Een kind kan de was doen.’ Nee. Dat zegt mijn overgrootmoeder. ‘Het is heel makkelijk. Gemakkelijk.’ Hoe zei Jonas dat nou? Easy peasy. ‘Easy peasy.’ Beter. Nee. Belachelijk.

Vier bakblikken cupcakejes staan er op haar aanrecht, en een spiegel. Betty grijnst naar zichzelf. ‘Héél makkelijk. Gemakkelijk.’ Achter het fornuis hoort ze een vertrouwd geluid: kggkggkgg…

Telefoon. ‘Ha Floor.’

‘Hoe gaat het? Ben je zenuwachtig? Ben je alleen?’

Ja. Erg. ‘Nee, ik oefen voor de eerste tv-opnames van Betty’s Bluf morgenochtend, gezellig samen met mijn tweeënzeventig cupcakes en mijn muizen.’ Sinds ze terugkwam van haar tripje naar Parijs knagen ze stukjes weg van haar voorraad, haar plinten, haar leven.

‘Zijn het veldmuizen of huismuizen? Wat voor kleur hebben ze?’

‘Geen idee. Ik zie ze nooit. Ik hoor ze alleen maar.’

‘Weet je zeker dat het muizen zijn? Misschien zijn het wel ratten,’ zegt Floor gretig....