Feuilleton

Vijftienminutenpastadag, denkt Betty als ze wakker wordt. Of is het Maak­een­taart­je­in­eenwipdag? Haagse­bluf­dag? Straks heeft ze weer een opnamedag van Betty’s Bluf, het kookprogramma waarin ze weinig-moeite-veel-effect-gerechten klaarmaakt.

Ze heeft er steeds meer moeite mee.

De telefoon gaat. Ah, Theo-van-de-krant. ‘Theo! Wat bel je vroeg.’

‘Ik dacht: ze moet naar de studio, ik moet haar vroeg pakken, hahaha.’

Betty zwijgt. Vanmiddag weet ze hierop een gevat antwoord – te laat.

‘Schat, ik bel omdat je je plicht verzaakt. Je twittert niet meer.’

O fuck. Dat moet ook nog, dat is waar ook.

‘Zo ben je onzichtbaar voor onze lezers, Betty. Je bent een merk, weet je nog? Als je straks op tv komt, versterken die dingen elkaar. Dat is goed voor jou. En goed voor de krant.’

Betty zucht. ‘Theo, ik bén ook onzichtbaar. Ik kom nergens meer. Ik ga ’s morgens naar de studio en kom er ’s avonds weer uit, ik doe boodschappen, tik mijn culicolumn...