28-02-2009
Door Maurits Martijn

‘Het is wettelijk bepaald dat de schadelijkheid van stoffen moet worden getest. Tegenwoordig gebeurt dat vooral met dierproeven. Van emulgatoren in pindakaas tot residuen van bestrijdingsmiddelen op druiven; overal worden proefdieren voor gebruikt om een inschatting van de toxiciteit voor de mens te maken.

We kunnen tegenwoordig weefsels en cellen isoleren uit organen van dieren en mensen. Deze zogenaamde “in vitro” methoden zijn geschikt om de precieze toxische werking van stoffen op moleculair niveau te onderzoeken. Dat kan bij intacte dieren niet.

Daarnaast krijgen we een steeds beter inzicht in de kinetiek van een stof: hoe...