‘Vandaag heeft een zuster haar goud gedoneerd,’ staat op de Facebook pagina van Islaamtv. ‘Moge Allah tevreden over haar zijn, haar kinderen beschermen en haar man genadig zijn (…) Jij komt toch ook langs met jouw donatie? De tijd tikt.’
Het salafisme is een leer die de Koran zeer letterlijk neemt en een terugkeer naar een ‘zuivere islam’ predikt, en niets op heeft met democratie en westerse cultuur.
De moslimgemeenschap in Gouda is al maanden druk bezig 2,5 miljoen euro binnen te halen. De drie plaatselijke moskeeën willen in een voormalige kazerne een grootschalig islamitisch centrum opzetten, El Wah da, met een gebedsruimte voor duizenden gelovigen en tal van andere faciliteiten. Daarvoor organiseren ze benefietbijeenkomsten waar moslims hun plicht tot liefdadigheid (sadaqa) kunnen nakomen. Dat doen de moskeeën niet alleen. Gouda heeft ook de hulp ingeroepen van predikers en fondsenwervers uit het Midden-Oosten.
Grote trekpleister is de charismatische Tarik ibn Ali, die al meerdere malen vanuit uit Egypte is ingevlogen. Goedlachs maar dwingend zien we hem op YouTubefilmpjes islamitische Goudenaren aanzetten tot gulle gaven: de stapel briefjes van vijftig groeit zienderogen. Op een ander filmpje figureert ook sjeik Faisal al Hashimi uit Koeweit als gastspreker bij een benefiet. De buitenlanders zijn geen doorsnee moslims, maar aanhangers van een specifieke richting: het ultraorthodoxe salafisme.
Kweekvijver van jihadisme
Toch bestond de laatste jaren enige hoop dat salafisten in Nederland meehielpen jongeren te behoeden een overstap te maken naar de gewelddadige jihad. Maar deze zomer constateerde de AIVD dat die ‘bufferfunctie’ is verdwenen. Sterker nog: salafisme lijkt weer ‘een kweekvijver’ van jihadisme te zijn geworden. In Vrij Nederland legde AIVD-hoofd Rob Bertholee in augustus uit dat het een ‘tegenreactie’ is. Jongeren dreigen weg te lopen naar nog radicalere predikers en dat willen de salafistische moskeeën voorkomen: ‘Zij zagen dat hun oproep tot bekering niet mogelijk is zonder gewelddadige jihad.’
Nauwelijks spiritueel
ISIS is een salafistische plant. Die waarheid moeten wij onder ogen zien.
Natuurlijk hebben we geprobeerd de getuigenissen voor te leggen aan het moskeebestuur. Maar secretaris Mohamed Massrour zegt niet te willen praten en verwijst naar de woordvoerder van de nieuwe moskee, islamitische-basisschooldirecteur Saïd Boukayou. Na diverse pogingen van onze kant om contact te zoeken, zegt deze dat er is ‘afgesproken niets te zeggen’.
Voorportaal
Een rechte lijn van salafisme naar jihadgang bestaat niet. De meesten zullen zo’n keuze nooit maken. Toch menen deskundigen dat bij mensen die uiteindelijk voor de Islamitische Staat gaan vechten, de ultraorthodoxe islam functioneert als een voorportaal. ‘In diepste zin geloven salafisten en jihadi’s hetzelfde,’ zegt Halim el Madkouri, arabist en radicaliseringsexpert. ‘Alles wat afwijkt van de zuivere leer moet worden bestreden. En het Westen en de zionisten zijn erop uit de islam te vernietigen.’ Zelfs Adel Al Kalabani, oud-imam van de grote moskee in Mekka, twitterde het onlangs: ‘ISIS is een salafistische plant. Die waarheid moeten wij onder ogen zien.’
Dat ook Gouda een probleem heeft met jihadgangers is al gebleken. Het Zuid-Hollandse stadje staat in het rijtje van zes Nederlandse plaatsen waarmee terrorismebestrijders uit Den Haag frequent overleg voeren. Vanuit Gouda vertrokken eerder vijf vrouwen naar Syrië, afgelopen zomer gevolgd door Abdulrahman Al S. Uit posts op Facebook blijkt dat deze vijftienjarige Irakees actief was bij jongerenorganisatie Al Djannah (Het Paradijs), gelieerd aan moskee Assalaam in Gouda. Al Djannah organiseerde de afgelopen jaren lezingen over salafistische thema’s in buurthuis ’t Wiel, dat door de moskee was gehuurd als tijdelijke vestiging.
Of het moskeebestuur op de hoogte was van de activiteiten van Al Djannah, blijft onduidelijk. Maar moskeeganger Ibrahim zegt te hebben gezien dat jongeren van die groep vorig jaar na een bijeenkomst naar buiten kwamen en ‘takfir’ riepen, een verwijzing naar het aanwijzen en bestrijden van ‘ongelovigen’. Daarna zouden ze hebben geprobeerd een zwarte vlag te hijsen, maar ze werden door geschrokken buurtbewoners tot de orde geroepen. Uitwassen die we ook kennen uit de Haagse Schilderswijk. Daar betoonden deze zomer jonge moslims onder leiding van Abou Moussa tot schrik van velen openlijk hun steun aan ISIS.
Gesneuveld in Syrië
Als reactie tegen het opkomende nationalisme en socialisme in de Arabische wereld besloot het Saoedische establishment halverwege de vorige eeuw het ‘wahhabitische’ gedachtengoed internationaal te gaan verspreiden. Met hulp van oliedollars begon de geestelijkheid in het buitenland de bouw van moskeeën te financieren, imams te betalen, studieplaatsen op Saoedische universiteiten aan te bieden, moskeebibliotheken van salafistische literatuur te voorzien.
Vaak gebeurde dat door liefdadigheidsorganisaties die ook konden putten uit sadaqa die moslims overal ter wereld bijeenbrachten. Door de hoog oplopende conflicten in het Midden-Oosten gingen sommige salafisten hun religieuze boodschap mengen met politieke, antiwesterse stellingnames, terwijl andere salafisten dat juist vermeden. In de jaren tachtig kwam de ultraorthodoxe ‘olie-islam’ ook naar Nederland. In Amsterdam, Den Haag, Tilburg en Eindhoven ontstonden salafistische centra, grotendeels gefinancierd vanuit de Golfstaten.
Abou Hafs’ leidt in Hilversum een Koranschool. De ontvoering van westerlingen noemde hij eerder onder omstandigheden ‘legitiem’
Na de aanslagen van 11 september 2001 kwamen die moskeeën negatief in het nieuws door ‘haatpreken’ die heimelijk werden opgenomen. Zo wenste imam Jneid Fawaz in zijn Haagse As Soenna-moskee Theo van Gogh en Ayaan Hirsi Ali de meest vreselijke ziektes toe. En rond de Al-Fourkaan moskee in Eindhoven zouden jongeren voor de jihad zijn geronseld, vermoedde het Openbaar Ministerie. Alle verdachten werden vrijgesproken, maar een van hen is inmiddels gesneuveld als strijder in Syrië.
Professionele bekeringsactiviteiten
Onder druk van de buitenwereld, maar ook door het in Saoedi-Arabië ingezette antiterreurbeleid, matigden de imams in de salafistische centra hun toon. Door contacten met de plaatselijke overheid hielpen de moskeeën soms mee radicalisering te temperen. Zo waarschuwde diezelfde Fawaz jongeren voor leden van de Hofstadgroep. Het gevaar van terrorisme leek bedwongen. Tot in 2012 de oorlog in Syrië uitbrak. Mede dankzij sociale media leefde het jihadisme volgens de AIVD op als nooit tevoren. Rondreizende predikers verspreidden onverzoenlijke boodschappen: Abou Moussa uit de Haagse Schilderswijk bijvoorbeeld. Die zit inmiddels vast voor ronseling. En Abou Hafs, die bekend werd met zijn lied ‘Blanke Tirannie’, waarin hij de jihad verheerlijkte (‘Wij zijn de soldaten van onze religie, wij komen er weer aan met een nieuwe strategie’). Abou Hafs, die geregeld Gouda bezocht, leidt in Hilversum een Koranschool. De ontvoering van westerlingen noemde hij eerder onder omstandigheden ‘legitiem’.
Hoewel de gevestigde salafistische centra jihadgang officieel afwijzen, hebben ze volgens de AIVD hun toon dus weer verhard, in reactie op het succes van dit soort predikers. Opvallend en zichtbaar zijn bijvoorbeeld de keiharde aanvallen op alles wat met sjiieten te maken heeft, een strijd die in het Midden-Oosten met wapens wordt gevoerd. Islamoloog Maurits Berger: ‘Het is een kwestie van marktwerking. Het shopgedrag onder jonge moslims is groot, dus passen de aanbieders hun boodschap aan.’ Halim el Madkouri: ‘Net als Rutte, die dingen zegt die eerst alleen Wilders zei.’ En salafisten in Nederland zijn uitstekende marketeers. Op internet domineren ze het discours over de islam, terwijl ze getalsmatig in Nederland een kleine minderheid van de moslimbevolking uitmaken. Er is sprake van een verdere professionalisering van bekeringsactiviteiten, zegt de AIVD. Met financiële steun uit de Golfstaten.
Geloof in de sharia
Dat de rondreizende prediker er conservatieve ideeën op nahoudt, is volgens hen zijn goed recht. Zij hebben er geen last van
Toch klinkt er ook gemor vanuit de lokale politiek. Mohamed Amessas, burgerraadslid voor GroenLinks in Gouda, is niet blij met de activiteiten van de ingevlogen fondsenwerver. ‘Dat soort mannen weet precies waar de grens ligt. Ze wegen hun woorden tot op het detail, want haatzaaien mag niet. Maar hij gelooft niet in democratie, hij gelooft in de sharia. Als een moskeeorganisatie dit soort mensen laat komen, dan ben je bezig extremisme toe te laten.’
Haatpredikers
Binnen de islamitische gemeenschap werkt men veel op basis van vertrouwen. Ik weet niet of dat in het geval van Ibn Ali terecht is.
Sandees oordeel over de fondsenwerver als een gestaalde hardliner wordt aannemelijk gemaakt door talloze online filmpjes waarin Ibn Ali geestverwanten ontmoet. Daaronder bekende haatpredikers uit Duitsland en Engeland. Op een van de videoboodschappen zit Tarik ibn Ali gebroederlijk zij aan zij met de radicale Hilversumse prediker Abou Hafs. Samen hebben ze geld opgehaald voor het Worldwide Relief Fund, ook in de Goudse Nour-moskee. Met die opbrengst zijn beide mannen onder meer naar Syrië gegaan om humanitaire hulp te bieden.
Erg transparant ging dat niet, zegt Sandee: ‘Hoe weten we zeker dat ze het niet aan jihadische strijders hebben gegeven? Binnen de islamitische gemeenschap werkt men veel op basis van vertrouwen. Ik weet niet of dat in het geval van Ibn Ali terecht is.’ Het is onduidelijk of de in te huren fondsenwerver samenwerkt met salafisten uit het Midden-Oosten, maar zeker is dat Tarik ibn Ali contacten onderhoudt met hardliners uit die regio. Bijvoorbeeld met de Saoedische voorganger Mohammed Al Arifi, met wie hij in 2011 optrad in de Al-Fourkaan moskee in Eindhoven.
Grote nieuwbouwprojecten
Professionele terrorismebestrijders bij de Nederlandse overheid die anoniem willen blijven, wijzen op de gevaren. Volgens hen is nieuwbouw vaak een ‘kantelpunt’. Op dat moment zouden salafistische groepen proberen hun slag te slaan. Dat is moeilijk te controleren, zeggen ze, want rond dergelijke nieuwe projecten is veel contant geld in omloop waarvan de herkomst onduidelijk is. Internationaal worden onder het mom van liefdadigheid grote sommen geld rondgepompt in een schimmig netwerk van stichtingen. Dat gaat in contanten of via ondergronds bankieren. Daar zouden opsporingsinstanties, volgens de professionals, nog scherper op kunnen letten.
Tijdens een benefiet zat Sheikh Faisal al Hashimi uit Koeweit pontificaal tussen zijn Nederlandse collega-imams op het podium. Wat deed die man daar precies?
De mannen buiten op de stoep bij de El Fath moskee vinden het allemaal stemmingmakerij. Ze hebben niet de geringste twijfel over hun donaties. ‘Alles is vastgelegd. Het bestuur weet precies wie wat heeft gegeven. Mocht de bouw niet doorgaan, dan krijgen we ons geld gewoon terug.
Theedrinken op niveau
Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie gaf de opdracht aan het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC).
Maar de materie bleek zo ingewikkeld dat de wetenschappers van het WODC de klus doorschoven. Op dit moment ligt de vraag bij het internationale onderzoeksbureau RAND Europe, dat ook kijkt naar de situatie in de financieringslanden. Volgens de minister kan hij de resultaten begin volgend jaar presenteren.
Daar heeft de RMO, een adviesorgaan van de overheid, niet op gewacht. Op verzoek van minister Asscher – verantwoordelijk voor integratie – onderzocht de RMO hoe de regering buitenlandse financiering van salafistische activiteiten in Nederland kan beïnvloeden. Eind vorige maand kwam het antwoord. In een zeer summiere brief concludeert de Raad dat toch vooral veel niet kan. De stringente scheiding tussen kerk en staat maakt het voor de overheid onmogelijk om zich te bemoeien met financiële steun, zelfs als die van dubieuze financiers of bronnen komt.
Alleen als het echt fout loopt, zoals bij aantoonbare aanzet tot geweld, terrorisme of ondermijning van de rechtstaat, kan de overheid strafrechtelijk ingrijpen. Maar dat kon sowieso al. Het gaat juist om het stadium daarvoor, waarbij er binnen salafistische centra een voedingsbodem voor radicalisme ontstaat. Daar helpt geen stok, maar misschien wel een wortel, concludeert het RMO. De Raad adviseert om via het diplomatieke verkeer invloed uit te oefenen op de landen die financieren. Zeg maar: theedrinken op niveau. De regering heeft dat advies ter harte genomen en liet op 25 september weten de ambassades aan het werk zetten.
Uiteindelijk gaat het hier om de vraag: welke islam wil je hebben in de toekomst?
Verder raadt de RMO lokale overheden aan om met moskeeën in gesprek te gaan om zo te zorgen voor ‘optimale transparantie van de financiering’. RMO-voorzitter Sadik Harchaoui: ‘Lokaal kan een daadkrachtige burgemeester het gesprek aangaan. Gewoon simpel door structureel vragen te stellen. Hoe zit het met de medezeggenschap? Wie zitten er in de besturen? Wat doen jullie precies met het geld? Welke mensen nemen jullie aan? Wie is jullie gebedsvoorganger? Dat leidt vast tot een reactie. Want het is heel vervelend als een burgemeester continu op je deur klopt met de vraag: wilt u praten? Als je steeds zegt “Nou, liever niet”, dan heb je als moskee wat uit te leggen.’
In Gouda is het woord binnenkort aan de lokale politiek. Op 15 oktober beslist de gemeenteraad over de nieuwbouw. Mohamed Amessas van GroenLinks waarschuwt zijn collega’s: ‘Waarom moet er een groot islamitisch centrum komen met duizenden plaatsen? Er zijn per jaar maar een paar grote bijeenkomsten, bijvoorbeeld tijdens het suikerfeest en het offerfeest. Dan huur je toch de sporthal af? Het is een machtsgreep. Het bestuur wil een monopoliepositie. Uiteindelijk gaat het hier om de vraag: welke islam wil je hebben in de toekomst? Ben je voor of tegen een boerka, ben je voor of tegen vrouwenemancipatie, ben je voor of tegen homo’s? Die discussie moeten we hier voeren.’
Je reactie wordt geplaatst zodra deze is goedgekeurd. Je reactie is geplaatst.