Vrij Amsterdam

Omdat iedereen in die tijd min of meer tot een geloofsgemeenschap behoorde, stond het woord ‘vrijheid’ rond 1670 gelijk aan losbandigheid, ketterij en immoreel gedrag. In dat jaar schreef Spi­no­za dat vrijheid het doel van de politiek was. Als zoon van een Joodse, Sefardische zakenman had hij begrepen dat het goed voor de handel was om met mensen van allerlei overtuigingen te kunnen omgaan. Bovendien ontwikkelde hij een wereldbeeld waarin God een passieve aanwezigheid was die alle ruimte liet aan de eigen vrijheid van mensen. Vandaar dat hij in het laatste hoofdstuk van zijn Theologisch-politiek traktaat in een modern aandoende zin schreef: ‘In een vrij staatsbestel is het een ieder toegestaan te denken wat hij wil en te zeggen wat hij denkt.’

Spinoza was een van de belangrijkste vertegenwoordigers van degenen die hun mond niet konden houden. In Amsterdam, het boek van de Amerikaan Russell Shorto over de ‘geschiedenis van de meest vrijzinnige stad ter...