1. Cynthia Ortega-Martijn (ChristenUnie)

Gevraagd naar de meest hopeloze backbencher roept menig Kamerlid meteen: Cynthia Ortega. In 2006 kwam zij in de Kamer als vertegenwoordiger van de migrantenkerken: belangrijk potentieel electoraat voor de ChristenUnie. Sindsdien is er weinig meer van Ortega vernomen. Ze maakte zich sterk voor vijf gemeenten die nét buiten de pot voor Ella Vogelaars ‘krachtwijken’ vielen – sindsdien ‘Ortega-gemeenten’ genaamd. En ze zette zich ervoor in het woord ‘allochtonen’ te vervangen door ‘biculturelen’, een sympathiek plan dat nauwelijks weerklank kreeg. Verder bleef het stil. In de Kamer is de pikorde goed zichtbaar: zodra Ortega aan het woord komt, gaan collega’s zitten sms’en of in hun papieren bladeren. Zulk kinderachtig gedrag doet haar weinig recht, vinden Kamerleden die haar beter kennen. ‘Want ze is vasthoudend, en werkt heel hard.’ Helaas: met weinig zichtbaar effect. Toch zette de ChristenUnie Ortega de laatste keer weer hoog op de lijst,...