20-06-2009
Door Carel Peeters

Heinrich Heine is een soort Multatuli, een weergaloos stilist en een vat vol tegenstrijdigheden. Je kunt geen pagina van Religie en filosofie in Duitsland opslaan of je wordt verrast: de springerigste gedachten en ideeën worden afgewisseld door de scherpzinnigste terloopsheden, volslagen onnodige uitweidingen (zoals over kobolden in de Duitse mythologie) worden gevolgd door de meest economische alinea’s waarin hij aard en karakter van de reformatie uit de doeken doet (‘De priester wordt een mens, hij neemt een vrouw en verwekt kinderen, zoals God dat wil’).

Hij was de meester van de ironische generalisatie. Wanneer hij schrijft dat de Duitsers ‘het sterkste en schranderste volk’ zijn kun je er donder op zeggen dat dit even later net zo generaal wordt teruggenomen en dat de Duitsers dan het meest bekrompen en bangelijke volk van het westelijk halfrond zijn, geboren om speciaal Heinrich Heine (1797-1856) zijn hele leven te censureren en...