In zijn Kohnstamm-lezing moraliseerde Sywert van Lienden niet; hij stimuleerde. Een subtiel verschil, iets waar Stine Jensen in haar NRC-column over De Correspondent dan weer niet aan deed.

Bij de dertig karakters die Aristoteles’ belangrijkste leerling Theophrastus (ca 370 v.Chr) in zijn gelijknamige vermaarde boekje beschreef zit er geen een waarmee je op stap zou willen gaan.

Hij begint met de veinzer en vervolgt met de vleier, waarna hij onverdroten verder gaat met de bijgelovige, de kankeraar, de opschepper, de kwaadspreker, de lafaard, de cententeller en de ijdeltuit. In zijn Ethica heeft Aristoteles het zelf over de ‘vrijgevige mens’, de ‘dappere mens’ en zelfs de ‘fiere mens’ – daarmee zou je wél gezien willen worden.

In Aristoteles’ behandeling van het menselijke karakter ligt de nadruk op het ontwikkelen van ‘voortreffelijkheid’, ‘filosofisch inzicht’ en ‘verstandigheid’. Die drie zouden kunnen leiden tot een karakter en een...