Gedachten op maandagochtend

In de week waarin het geharrewar over de vestiging van het Nationaal Historisch Museum in Arnhem afstevende op een historisch dieptepunt, schoot een antisemiet een bewaker van het Holocaust Memorial Museum in Washington dood en werd de tachtigste geboortedag van Anne Frank herdacht. Die drie feiten lijken onbedoeld in elkaars verlengde te liggen. De toekomst is al begonnen, maar aan de geschiedenis danken we dat aan het heden een touw valt vast te knopen.

Bij de verkiezing van ‘de grootste Nederlander aller tijden’ was vijf jaar geleden voor Anne Frank een bescheiden achtste plaats weggelegd (zeven plaatsen onder winnaar Pim Fortuyn, twee onder Johan Cruyff), terwijl haar eeuwigheidswaarde als symbool tegen racisme en fascisme de landsgrenzen verre overstijgen.

Vanaf 1 november krijgt het publiek in het Anne Frank Huis te Amsterdam de kans Annes nagelaten handschriften te bewonderen: het eerste roodgeruite dagboek, maar ook het tweede en derde dagboek,...