Dubbelinterview Harry Mulisch en Joost Zwagerman

De plaats: het souterrain van Bodega Keyzer naast het Amsterdamse Concertgebouw. Harry Mulisch, zijn partner Kitty Saal en hun teckel arriveren stipt op tijd. Gewoon met de tram. Joost Zwagerman komt iets later binnen, nahijgend van het ferme fietsen. Klaar voor het tweegesprek, dat pas kan beginnen na de fotosessie.

Teder aait de fotograaf het kapsel van de oude schrijver in de plooi. Ook Mulisch zelf fatsoeneert de boel nog even in een spiegel en als een weerbarstige pluk zich niet wil laten temmen, spreekt hij: ‘Dat moet ook zo, bij een kunstenaar.’ Als ware routiniers ondergaan ze coöperatief hun cameramoment. De fotograaf wenst dat de twee schrijvershoofden elkaar steeds meer naken, en face. Mulisch haalt ook teckel Flok nog eens voor de camera.

Eindelijk is de sessie voorbij. Daar zitten ze, naast elkaar op een bank: Mulisch, onnavolgbaar maar elegant gekleed en Zwagerman, met spijkerbroek en jasje aan. Kitty en de hond vlijen...