Khadija Arib wist nauwelijks wat haar overkwam toen ze in mei deelnam aan de Europese Conferentie van Kamervoorzitters in Luxemburg. Eerst was er een zitting in het European Convention Center op het Plateau de Kirchberg, vervolgens een audiëntie in het Paleis van de Groothertog, met alle voorzitters van de Europese parlementen, van de Franse Assemblée Nationale tot de Slowaakse Národná rada. ‘Ik kende er helemaal niemand,’ zegt Arib. ‘Maar zij hadden me allemaal gegoogeld, ze wilden allemaal weten hoe het mogelijk is dat juist in Nederland, waar al jaren zo’n fel debat over integratie wordt gevoerd en waar Geert Wilders zoveel steun heeft, uitgerekend de dochter van een Marokkaanse gastarbeider tot Kamervoorzitter is gekozen. Ik kreeg ook meteen uitnodigingen om in Zweden en in Frankrijk te komen praten. Ze willen allemaal dat ik langskom. Ik dacht: dit is toch een mooi visitekaartje voor Nederland.’
Khadija Arib: ‘Als ze aan de Kamer komen, komen ze aan mij’
Ze is opeens een exportproduct: de eerste Kamervoorzitter in Europa van Marokkaanse afkomst. Khadija Arib over haar eerste jaren in Nederland, haar goede relatie met Geert Wilders en de grenzen van het debat in de Tweede Kamer. ‘Mensen met een andere culturele achtergrond dan de Nederlandse laat ik zien dat er kansen zijn.’