Middelbare mannen, vrouwen, meisjes, hipsters met baarden en tattoos – iedereen zit tegenwoordig op een racefiets.

Ooit zat deze straat vol cafés en bordelen en stonden hier massa’s langs de kant als de Ronde werd gehouden.’ Wilfried de Jong staat op een podium op het Rotterdamse schiereiland Katendrecht, waar hij op jubelende toon de oud-wielrenners aankondigt die straks hun koers zullen rijden. Naast hem staat Michael Boogerd, fiets in de hand. ‘Drie jaar geleden hebben we het weer opgepikt. Toen stonden er twintig man, nu zijn het er honderden. Michael, mán, het wielrennen is terug!’

Boogerd lacht en rijdt op zijn fiets langzaam het podium af. Het is drie uur ’s middags en er schijnt een fijn zonnetje op het Deliplein. De Ronde van Katendrecht wordt verreden in een overweldigende setting. Boven de fraai vervallen loodsen van de wijk torent aan de overkant de ambitieuze hoogbouw van de Kop van Zuid uit.

De oude inwoners zitten op klapstoeltjes voor hun huizen bier...