Eeuwenlang was het alleen veevoer, maar sinds kort is de aardpeer weer in zwang. Ze zijn rauw goed te eten, knapperig, sappig en zoet. Jammer alleen van die naam.

Aardappel is eigenlijk een heel rare naam. Want wat heeft dat ding nu van doen met een appel? Hij groeit niet aan een boom (akkoord, vandaar de toevoeging ‘aard’). Hij heeft geen klokhuis. Is niet zoet en sappig. Je kunt er geen strudel of moes van maken. En hij is ook niet lekker met kaneel en slagroom. Je moet ’m al helemaal niet rauw eten. Aardappels bevatten giftige alkaloïden. Een rauwe aardappel kan daarom een branderig gevoel in de keel veroorzaken (een grote dosis kan dodelijk zijn). Maar goed, je kunt elk geval nog zeggen dat aardappels over het algemeen rond zijn, net als appels. Het is voor te stellen dat een weinig fantasierijke groenteboer ooit gezegd heeft: jongens, noem dat ding aardappel, dat klinkt tenminste een beetje herkenbaar voor de mensen.

Helemaal idioot is de naam ‘aardpeer’. Dat ding heeft natuurlijk net zo min iets met een peer te maken als een aardappel met een appel. Maar hoewel er vele varianten bestaan met meer of minder knobbels, hij lijkt in de verste verte niet op een peer.

“Waar komt de aardpeer vandaan? Van de topinamboer!” – tja, keukenhumor…

Net als de aardappel kennen we de aardpeer sinds de ontdekking van de Amerika’s. De aardpeer is de knol van de Noord-Amerikaanse zonnebloem. In de VS zie je ’m vaak op de kaart als sunchoke. In Nederland wordt vaak het van het Frans afgeleide woord topinamboer gebruikt (een bekend koksgrapje in het rijtje ‘be kervel’ en ‘kun je het allemaal nog een beetje aubergine’ is: ‘waar komt de aardpeer vandaan? Van de topinamboer!’ – tja, keukenhumor…).

De aardpeer heeft een milde smaak die wat aan artisjokken doet denken. Vandaar de andere Engelse naam: jerusalem artichoke. Dat heeft dan weer niets met de heilige stad te maken, het woord jerusalem zou in dit geval een verbastering zijn van het Italiaanse girasole, dat zonnebloem betekent.

De aardappel en -peer zijn dus rond dezelfde tijd geïntroduceerd in Europa, maar kennen beiden een heel andere geschiedenis. De aardappel is zo’n beetje de meest verbouwde groente ter wereld. Je zou kunnen zeggen dat Noord-Europa bestaat bij de gratie van de aardappel. Ten tijde van de aardappelziekte aten Ierse boeren zo’n 2,5 tot 4,5 kilo aardappels per dag. Die aardappelziekte veroorzaakte tussen 1845 en 1850 een hongersnood waarbij een miljoen Ieren omkwamen en nog eens een miljoen emigreerden, schrijft David Ross in Ireland. History of a nation.

Volgens de overlevering heeft de populariteit van de aardappel een flinke zet gekregen door een knap staaltje vroegmoderne marketing. De Fransen moesten in eerste instantie niets van die aardappel hebben, totdat koning Lodewijk XVI op koninklijke grond aardappels liet aanplanten en bewaken door soldaten. Plots was iedereen nieuwsgierig. Diezelfde soldaten hadden de opdracht gekregen om zich te laten omkopen en ’s nachts een oogje toe te knijpen. Zo maakte hij de aardappel hip. Een aardig verhaal, maar waarschijnlijker is dat de aardappel het zo goed gedaan heeft omdat het simpelweg een geharde en zeer voedzame plant is met veel vitamine C en energierijk zetmeel, die onder uiteenlopende omstandigheden te verbouwen is.

De aardpeer bevat inuline. Problematisch, want die veroorzaakt scheten.

De aardpeer is pas sinds kort weer in zwang geraakt. De laatste jaren zie je ze zelfs in de supermarkt liggen. Eeuwenlang was het veevoer. En dat terwijl de aardpeer juist vlak na de introductie in Europa ontzettend populair was. Anders dan de aardappel zijn ze rauw goed te eten, ze zijn knapperig, sappig en zoet. De aardpeer werd aanvankelijk veel vaker in zoete gerechten gebruikt dan in hartige. Hij bevat, anders dan de aardappel, weinig zetmeel en veel korte koolhydraten op basis van fructose. Die werken als een soort antivries in de knol, waardoor die goed bestand is tegen vorst in de grond. Die koolhydraten worden bij een lange kooktijd afgebroken tot losse fructosemoleculen waardoor de aardpeer nóg zoeter wordt.

Alleen: de aardpeer bevat ook nog een ander verwant fructosekoolhydraat: inuline. En dat is enigszins problematisch. Het menselijk lichaam beschikt niet over enzymen die inuline kunnen verteren. Dat betekent dat andere bacteriën in de darmen zich eraan te goed kunnen doen. En die bacteriën produceren daarbij koolzuur en andere gassen, met andere woorden: scheten.

Dat is hoogstwaarschijnlijk de reden dat de aardpeer in onmin is geraakt. In The Oxford Companion to Food citeert Alan Davidson de schrijver John Goodyer, die in 1621 noteert: ‘which way soever they be dressed and eaten, they stir and cause a filthy loathsome stinking wind within the body, thereby causing the belly to be pained and tormented, and are meat more fit for swine then men.

Toch best leuk soms, om appels met peren te vergelijken.