Essay

Wanneer van iemand gezegd wordt dat hij ‘charisma’ heeft, is het altijd oppassen. Dan is het niet gelukt om zijn kwaliteiten bij naam te noemen en moet een beroep worden gedaan op een slag in de lucht: ‘Hij heeft charisma.’ Waarmee iemand meteen iets geheimzinnigs krijgt, zodat er naar hem opgekeken kan worden. Achter een charismatische leider moet altijd aangelopen worden.

Wat Homerus-vertaalster Imme Dros nu precies met charisma wil in het essay Charisma. Odysseus, van held tot schurk (geschreven ter gelegenheid van de Week van de Klassieken), wordt niet echt duidelijk. Ze betreurt het dat charisma een modewoord is geworden dat te pas en te onpas wordt gebruikt (‘In een necrologie over Ramses Shaffy kwam het woord charismatisch drie keer voor’). Maar dit warrige essay concludeert min of meer ook dat een positieve held, en dus charisma, niet bestaat: er heeft altijd debunking plaats (al gebruikt Dros dat woord niet). Alleen goden staan boven charisma, ieder ander zal vallen...