Als het over het belang van literatuur gaat, krijg ik altijd van die onrust in de benen. Dan worden literatuur én literatuurgebruiker al snel eerbiedwaardig. Het is een beetje als met de witte handschoentjes van Boudewijn Büch.

Die maakte aan de tafel van Barend en Van Dorp van het lezen een eredienst. Met gepast respect keek men toe hoe hij zijn boeken slechts met wit getopte vingers beroerde. Louter theater! Heel oude boeken moet je juist met blote handen vastpakken en niet met van die handschoentjes: je vingers voeren vuiltjes af via de huid, maar handschoentjes verspreiden ze juist over het hele boek.

Literatuur als iets hogers dat je stil en contemplatief tot je moet nemen. Echte literatuur als het summum van hoger hersenwerk. De donkere en mystieke spelonken van de menselijke geest in symbiose met het analytische brein. De dromerige rechter hersenhelft danst een vurige tango met de stellige linker hersenhelft. Apollo en Dionysos dagen elkaar uit tot ze moegestreden in...